De begraafplaats op het tweede slot
it:
■M 1
v
M
hÊËtèï-,
te
R.J.M. van de Pol
De Schager doden werden van oudsher begraven in en
rond de kerk op de Markt. Zij die het zich konden ver
oorloven kochten een graf in de kerk, liefst zo dicht
mogelijk bij het koor, de minder bedeelden kregen een
plaatsje buiten de kerk op het kerkplateau.
Het was niet uitsluitend uit religieuze
overwegingen dat men een graf in de
kerk wenste; een graf dicht bij het koor of
onder de preekstoel was een laatst
bevestiging van de sociale status. Het
koor was gereserveerd voor de heren en
vrouwen van Schagen die daar een mooi
praalgrafbezaten.
Het begraven in de kerk kreeg naarmate
de bevolking groeide en welvarender
werd meer en meer nadelen. Om het
aantal graven binnen de kerk zo groot
mogelijk te maken werd er vaak dicht
langs de kerkmuren en bij de pilaren
gegraven waardoor de fundamenten
werden aangetast. Tegen de
voorschriften die deze
ondergraving moesten
tegengaan werd regelmatig
gezondigd. De stank die bij het
openleggen van de kerkvloer naar boven
kwam was vaak niet om te harden en
leidde tot veel klachten. De uitdrukking
"Rijke stinkerd" is mogelijk hieruit
ontstaan. Aan de klachten werd door het
kerkbestuur nauwelijks gehoor gegeven
omdat het begraven in de kerk een
belangrijke bron van inkomsten vormde.
In de loop van de achttiende eeuw gingen
er in de Lage Landen meer en meer
stemmen op tegen het begraven in de
kerk. De ruimte was te klein, het was
lastig voor de kerkgangers als de vloer
steeds open gelegd werd en de
fundamenten hadden veel te lijden.
i /i
Lm.
V
16
BR
v 5 -v
v, jj» e
En