Dirk
tuin knap te houden en om de laatste
eenden te zoeken die niet uit zichzelf
thuis kwamen, gebruikte hij die jongens
die het slechts konden leeren, en daar
werd blijkbaar geen aanmerking over
gemaakt ook.
Om de orde te handhaven gebruikte hij
een sterke liniaal en als de kennis er via
de hersens niet in wilde dan probeerde
hij het nogal eens via de rug of het zitvlak
en dan was hij niet malsch.
Daar vader een van zijn beste leerlingen
was behoefde die geen eenden op te
halen of in de tuin te wieden. Dat er
overigens op zoo'n plaatsje niet veel van
het onderwijs terecht kwam laat zich dan
ook begrijpen. Leerplicht was er toen nog
niet en het toezicht zal ook wel te
wenschen overgelaten hebben. Maar een
enkele maal kwam de schoolopziener
dan toch rond. Dat was dan nogal een
soort plechtigheid. Dan moest er een van
de jongens op de bank staan en van
buiten een vers of gedicht opzeggen.
Daar gebruikte hij dan doorgaans vader
voor, maar toen hij dan al van school af
was, kwam meester op een keer bij
grootvader, 4 of 5 maanden na het
verlaten van de school, of hij Dirk nog
eens een dag mocht lenen want de
schoolopziener was op komst. En zoo
gebeurde het dan ook.
Nu zullen er ook wel scholen geweest
zijn waar het onderwijs veel beter was,
dat hing natuurlijk veel van de onder
wijzer zelf af. Maar de salarissen waren
van dien aard, dat meester er zoo veel
mogelijk bijbaantjes bij moest zoeken,
zoals secretaris van kerk- of polder
bestuur, en dan moesten in de herfst ook
zijn schapen nog bij de ram en als het
kon 's winters voor niet, of niet te veel, in
de kost. Dat waren dan allemaal dingen
die maakten dat meester niet vrij
tegenover de ouders van de kinderen
stond en dat het onderwijs ook daardoor
nog gedrukt werd. Wat het salaris van
zoo'n onderwijzer was in dien tijd weet ik
niet precies, maar ik denk zoo ongeveer
ƒ500 a 600 per jaar.
Wankelend geloof
In dien tijd waren de menschen ook erg
godsdienstig, niet zoo zeer uit gewoonte
of sleur, maar wel degelijk uit
overtuiging. De bijbel was in dien tijd dan
ook een veelgelezen boek en mijn vader
was er dan ook heel goed in thuis. Toen
hij wat ouder werd, zoo tegen de 40, vond
hij zoveel beweringen in de bijbel die
elkander lijnrecht tegenspraken, en
zoodanig in strijd met de werkelijkheid
waren, dat zijn geloof danig aan het
wankelen raakte en er tenslotte maar heel
weinig van overbleef. Dat blijkt ook wel
uit een 5-tal wenschen die hij maakte ter
gelegenheid van verjaardagen van zijn
ouders en van een jubileum toen ze 35
jaar getrouwd waren.
Hij maakte die verzen tusschen zijn 30ste
en 40ste jaar. De eerste drie zijn in een
zeer godsdienstige slijl gesteld, de vierde
al iets minder en de laatste komt
helemaal geen godsdienst meer in voor.
8