Kille Koudesj Schagen, geschiedenis van een vergeten Joodse gemeen te in het Hollands Noorderkwartier n Elazar Bornstein in de deuropening van de voormalige synagoge in Medemblik. Hij is gehuld in de op de Grote Verzoendag gedragen wit linnen lijkwade en heeft een bazuin in de hand. De in 1808 gebouwde synagoge aan de Gedempte Achterom in Medemblik. Synagogen in dezelf de Hollandse stijl stonden in Alkmaar, Den Helder, Enhuizen en Hoorn. Schagen kreeg in 1415 het stadsrecht door graafWillem de Zesde van Holland verleend. Het was reeds voor die tijd als een middelpunt voor handel en nijverheid. Wie tegenwoordig door de stad loopt kan er genieten van een historische architectuur. Sedert 1402 worden in Schagen week- en jaarmarkten gehouden. Daaronder de voor drie jaar geleden opgehe ven middeleeuwse veemarkt. Schagen functi oneerde als poort naar de Westfriese polders en dorpen als Bergen en Schoorl aan de Noordzee kust. In 1603 gaven de Staten van Holland en Westfriesland permissie tot het houden van een jaarlijkse paardenmarkt op 17 juni. Hoewel de stad niet bijzonder bloeide gedurende de Gouden Eeuw profiteerde het wel van een toegenomen welvaart dankzij de handel en veeteelt. Onder de Bataafse Repu bliek en de Franse Tijd nam de welvaart in sterke mate af. Deze werd gedurende de negentiende eeuw tot bloei gebracht door de graven van het Noord-Hollands kanaal en de winning van nieuw land te noorden en noord oosten van de stad waardoor het verzorgings gebied werd vergroot. In 1851 telde de stad volgens de volkstelling van dat jaar 2583 inwoners.' Toen in 1824 het Noord-Hollands kanaal offi cieel werd geopend, werd de Kop van Noord- Holland ontsloten voor de doorvaart naar Amsterdam. Hierdoor kon de handel opleven hetgeen een aantrekkingskracht op Joodse handelaren uitoefende. Vanuit Amsterdam vestigden zich in de loop van de negentiende eeuw relatiefveel Joden langs deze handels route en maakten de Joodse gemeenten van Den Helder en Alkmaar een onstuimige groei door.4 Zo vestigden zich ook Joden in Schagen. Joodse vestiging in Schagen Hoewel de archieven pas in 1832 voor het eerst melding maken van een Joodse aanwe zigheid in Schagen waren daar reeds eerder Joden aanwezig. Zo registreerde het Régistre Civique (het bevolkingsregister) in Den Hel der in 1811 de aanwezigheid van de op 1 juli 1768 in Schagen geboren slager Benjamin Wolf van Bon.5 Toen in 1809 de organisatie van het Nederlandse jodendom werd gecen traliseerd in een Centraal Consistorie werd het aantal Joden per gemeente geteld. Koning Lodewijk Napoleon werd door zijn machtige broer Napoleon Bonaparte onder zware druk gezet om troepen te leveren voor de Franse oorlogsvoering in Europa. In 1809 verzocht de drost van het tweede kwartier van het Departement Amstelland de gemeente Scha gen om inlichting omtrent het aantal in Scha gen woonachtige Joden. P. Westing, provisioneel secretaris van de gemeente Schagen liet weten dat daer binnen onzen Polder geenen Joden gevonden worden,In 1832 maakt de Hoofdcom missie tot de Zaken der Israëlieten in Den Haag, een adviesorgaan voor de Minister van Hervormde en andere Erediensten, melding van een 'klagten van zekeren Trompetter te Schagen'. De Klacht van S.H. Trompetter in Schagen betrof de zaak van weeskinderen 'welke in een Christen weeshuis zijn gebracht.'8 Kennelijk werd deze zaak naar tevredenheid door de Hoofdcommissie af gedaan, want verder werd in dezen geen cor respondentie aangetroffen. De demografie van de Schagense Joden kan in het onderstaande model gevangen worden. Het aantal joden in Schagen kan worden afge leid van de percentages die uit de tienjarige bevolkingstellingen naar voren komen. 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2000 | | pagina 8