De familie Lenson woonde indertijd aan de Hogezijde op kad. nr. E299. Dat was toen het derde huis vanaf de Laan, nu nr. 36. Hier was vermoede lijk enige tijd een huissynagoge gevestigd. den uitgegaan dat een en ander verder netjes is opgelost. Nu terug naar de eerste kwestie. Het is inmiddels 1859 als de Amsterdamse leden van de Hoofdcommissie de Algemene Vergade ring in Den Haag berichten dat de gewezen kerkmeester van Schagen, Lenson, weigerde om kerkelijke goederen van de voormalige Bijkerk af te geven.'' De affaire kreeg een nieuwe wending toen LA. Lenson per brief van 30 oktober 1859 verklaarde dat hij binnen een week vanuit Schagen met zijn gezin ver trok naar een nieuwe woonplaats. Hij ver zocht de Hoofdcommissie voor die tijd iemand bij hem langs te willen sturen om de Torahrol die hij in zijn bezit had op te halen en hem de fl. 90,80 terug te betalen die hij ten tijde van de aanschaf bij had gedragen. Verder gaf hij aan dat door zijn vertrek uit Schagen de 'kerkgang' gestaakt werd. Uit een bij de brief gevoegde kwitantie van Simon Trompetter uit Schagen van 14 april 1859 bleek dat deze afstand had gedaan van zijn deel in het SeiferTouro. Volgens hem behoorde het de 'Gemeente der Israëlieten te Schagen'. Om afstand te doen van zijn deel ontving hij een voorschot van fl. 15 van S. en I.A. Lenson. De twee laatst genoemden maak ten aanspraak op het Seifer Touroh totdat ook zij hun voorschotten hadden ontvangen. De Amsterdamse leden van de Hoofdcommis sie maakten vervolgens een rapport op dat ons een blik gunt in het gemeenschapsleven in Schagen. Tegelijk geeft het een completer beeld van de zaak. In hun rapport van 17 decem ber 1860 concludeerden zij het volgende: Het Seifer Touroh was gemeenschappelijk eigendom van de Rjngsynagoge Den Helder, I. Lenson en S. Trompetter. Een bijdrage uit de kerkkas was bedoeld om Lenson te desin teressereen. D. Trompetter en de Rjng synagoge waren verder gerechtigd. Volgens hen heeft de Boekenrol nooit toebehoord aan de ontbonden Bijkerk Schagen. De Amster damse Hoofdcommissie verschillen van mening of de Joden in Schagen zonder toe stemming van Den Helder wel gerechtigd waren tot het houden van samenkomsten. Uit een bij het rapport gevoegde brief van L. van Gelder en A.L. de Leeuw namens dë Joodse gemeente in Den Helder blijkt dat de opgehe ven Bijkerk Schagen haar kerkelijke goederen in Den Helder in bewaring had gegeven. Vol gens dit bestuur kochten de Schagenaren E. Loog, M. Louis, I. de Vries, S. Trompetter en D. Trompetter samen de betwiste boeken rol. Voorts verpandden zij het later aan de Rjngsynagoge in Den Helder omdat men in Schagen in onmin leefde. De heren Loog, Louis en De Vries droegen later hun eigendomsaanspraken over aan de Rjngsyna goge, terwijl S. Trompetter zijn aanspraak overgaf aan de gewezen kerkmeester I. Len son die deze op zijn beurt weer doorgaf aan Den Helder. De enige rechthebbende was nu nog D. Trompetter. Deze was volgens de Helderse Rjngsynagoge meer aan nota's en kerkelijke omslag schuldig aan de Bijkerk Schagen dan 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2000 | | pagina 12