6
pachters van de korentienden kregen een daalder voor 't gelag, die ze naar
eigen keuze mochten verteren of in hun zak steken. Bepaalde pachtblokken
leverden minder aan pacht op en deze pachters kregen dan ook minder "voor 't
gelag". De goedkope vlastienden kregen zelfs niets.
Bepaalde stukken land behoorden tot de zogenaamde "pastorijelanden Uit de
opbrengsten van deze landerijen werd de pastoor - en later de dominee -
betaald. Het moest wel duidelijk zijn: wie de tienden in een bepaald blok
pachtte, pachtte ook de tienden van de daar gelegen pastorielanden.
Tenslotte werd in het laatste artikel de verhouding tussen de teler - "de
eygenaars van 't zaadt- en de tiendpachter geregeld. De teler bepaalde zelf of
het hopen, schoven, schelven of hokken moesten zijn. Ze moesten wel steeds
even groot zijn en de tiendpachter op zijn beurt mocht niet willekeurig te werk
gaan: men mocht de eerste nemen, maar ook "den tienden voorbij", dus de
elfde. Bij onenigheid volgde arbitrage door de schepenentegen
vergoeding natuurlijk.
De verdeling
De "Schager Koorn Thienden" waren in 1764 als volgt verdeeld:
de Keijnsemer thienden
de Nesmer thienden
de Nescaager thienden
de Wijvewerver thienden
de Avendorper thienden
de Tjallewalder thienden
de Westercaager thienden
de Cornelissenwerver thienden
de Hemkewerver thienden
de Lagedijker thienden
de Lutjewalder thienden
de Schager Uijtwerpe beoosten de Nieuwevaart buijten Tolke zoverre de
ban is strekkende
de Schager Uijtwerpe bewesten de Nieuwevaart en de Kadijk van
Imkeland zoverre de ban is strekkende (voor de Uijtwerpen werden koorn-
en vlastienden samen verpacht.)
De "Schager Vlas Thienden" waren als volgt verdeeld:
de Keijnsemer vlas thienden
de Nessemer vlas thienden
de Nescaager vlas thienden
de Wijvewerver vlas thienden
de Avendorper vlas thienden
de Tjallewalder vlas thienden
de Westercaager vlas thienden
de Cornelissenwerver vlas thienden
wordt vervolgd.
De Kakelepost, februari 2000