Een sterfgeval
Onze goede zuster Cunegunda was al steeds bedlegerig en is 29 juni 1947
gestorven. Haar eerwaarde zou in oktober haar gouden feest vieren, doch
haar Goddelijke Bruidegom riep haar naar de hemel om daar in het goud
gezet te worden, zr. Valerine was nu alleen op de ziekenkamer, waar zij haar
buurtje toch wel miste. Een heel enkele keer was zij wel eens op en met een
groot feest in het Lof, maar in de H. Mis kon zij niet komen. Ook zr.
assistente zr. Julette begon te sukkelen met haar hiel en haar slokdarm, zodat
zij meermalen naar Alkmaar naar het ziekenhuis moest, ook het manke lopen
werd erger zodat zij aan de algemene overste haar ontslag heeft gevraagd als
assistente. De algemene overste heeft dit goedgevonden en bepaald dat zr.
Julette en zr. Valerine naar Diessen zouden gaan om daar haar laatste
levensjaren door te brengen. De dag was bepaald op 29 september 1947.
Moeder en zr. Lamberta hebben hen op een regenachtige zaterdagmorgen
weggebracht, en zo wij nu hoorden maken zij het erg goed en zijn weer goed
op hun plaats.
Op 5 augustus 1947 hebben we het 80-jarig bestaan van het huis gevierd.
Een dag voor de zusters en een dag voor de inwonenden in de speelzaal.
Toen kreeg moeder ook weer een bijdrage voor de banken. Alle dagen was
moeder maar aan het zorgen en overleggen wat verder weer opgeknapt rn
veranderd kon worden. De gordijnen waren overal heel erg versleten en als
ze gewassen werden schoot er niet veel meer van over. Maar vitrage was nog
maar niet aan te komen, totdat moeder juist 't goede adres op de kop tikte,
die ons de vitrage vast beloofde zodra het er was. Want vooral aan de
voorkant van het huis was het hoognodig.
Van de kerstdagen hebben we onderling heel mooie dagen gemaakt,
verloting enz. maar wat erg jammer is, bij zulke mooie feesten hebben we
hier geen H. Mis aan huis, niet eens een lolje, wat een echte versterving is.
Moeder vond dat ook heel erg en besloot toen al dadelijk met het
veertigurengebed vragen we een pater uit Nieuwe Niedorp.
Het jaar 1948
En zo werd het 1 januari 1948, een mooie brief werd voorgelezen van onze
beminde algemene overste en was het kerstvakantie tot 7 januari. Dit jaar
was het een vroege Pasen, dus ook vroeg veertigurengebed. Heel bijtijds had
moeder Nieuwe Niedorp al gevraagd om een pater, waarvoor gezorgd werd.
Zaterdagmiddag 7 februari zou de pater komen om 's avonds een
inleidingspreek te houden. Zondags H. Mis, (gezongen) 's middags 4 uur
gezamenlijke aanbidding en 's avonds 7 uur Lof met preek, en zo alle drie
dagen. Onze kapel was erg mooi gesierd met witte bloemseringen en
bloeiend hout, en al onze mooie spulletjes hebben we gebruikt, 's Woensdags
heeft zijn eerwaarde ons nog 'n askruisje gegeven na de H. Mis, en is
namiddags weer vertrokken.
Ook in die week zou de grote Missie beginnen in de kerk die 6 weken zou
duren. Pastoor had gevraagd of die 3 paters Montfortanen bij ons konden
eten en drinken en op de pastorie slapen, 't Waren pater P. Godefroij, P.
Mooij en P. Kusters, drie beste predikanten die de eerste weken op
huisbezoek gingen om de mensen beter te leren kennen, 's Morgens deed een
van de drie bij ons de H. Mis, dus dat voorrecht hadden wij ervan, en
zondagsmiddags een Lof. Die paters hadden veel mee. Boeken, kaarten,
prentjes enz. zodat voor hen de spreekkamer alleen te klein was. En zo
ruimde moeder de ziekenkamer in voor hen, en meteen voor een gezellig
zitje 's avonds na het Lof. Nu het waren gezellige klanten hoor, en moeder
deed alles voor hen om het maar gezellig te maken. Ze hebben zo zitten te
roken op de ziekenkamer, dat alle goed in de kast zo geel was als saffraan,
Historische Vereniging Schagen e.o.
15