De Kroniek van Maria Boodschap
De grote renovatie
Gedurende de oorlogsjaren had het interieur van Maria Boodschap veel te
leiden gehad en was toe aan een grote opknapbeurt. Ondanks de grote
schaarste aan bouwmaterialen - het beschikbare bouwmateriaal immers
nodig voor de wederopbouw van de vernielde steden - zagen de zusters
onder leiding van de nieuw overste, moeder Sigfrieda, kans binnen enkele
jaren de gebouwen weer geschikt te maken voor de opvang van bejaarden en
het geven van onderwijs aan de kleuters.
Een nieuwe pastoor
Het voorgaande zullen we hierbij sluiten, omdat er in lange tijd niets is
bijgeschreven. Het huis van Maria Boodschap heeft nu weer de eigenlijke
liefdewerken wat bij de instelling begonnen was n.1. de jeugd en de
ouderdom. De zusters kwamen allen weer in hun bediening zodat alles weer
van ouds ging, Tot opeens in de eerste meidagen van 1946 het gerucht ging
dat mijnheer de deken het plaatsje Schagen ging verlaten. Grote ontsteltenis
bij allen, omdat deken Kuijs zeer bemind was en voor allen een vaderlijke
vriend. De 10e mei ging de hoog eerwaarde heer deken naar Poeldijk om
daar dezelfde functie te bekleden. In Schagen kwam toen de eerwaarde heer
pastoor H.H. Brouwer, die enkele jaren in Heerhugowaard pastoor geweest
was, maar om gezondheidsredenen overgeplaatst werd. Te Den Helder
kwam de nieuwe deken v.d. Horst waaronder nu Schagen staat.
Pastoor Brouwer, een geboren Rotterdammer, is een klein persoon met
zenuwachtige trekken. De eerste tijd ging nu weer gewoon z'n gang, maar
omdat dit huis onder het kerkbestuur staat kwam hij ook in kennis met
moeder Engelbertus. Haar eerwaarde kende zijn bedoelingen nog niet, en
wilde het bestuur van ons huis in handen houden, wat natuurlijk niet ging.
Moeder Engelbertus vertrekt
Zo rolde het nog een poosje voort, en moeder Engelbertus was hier 5 jaren
toen met de retraite der eerwaarde moeder besliste werd dat moeder
Engelbertus naar het Delftse weeshuis zou gaan en moeder Sigfrieda van
Grootebroek naar Schagen moest verhuizen. Dit had plaats op 19 april 1947.
Moeder vicaris bracht moeder Sigfrida op een zaterdag morgen. Moeder had
hard gewerkt in Grootebroek dus zou in Schagen ter ere Gods haar taak weer
voortzetten. Het eerste wat moeder opviel was, dat er in de kapel bidstoelen
waren met gewone stoelen voor zitplaats er achter, en dan nog vijf of zes
soorten. Dus moeders zorg was al dadelijk om O.L.V. Heer zijn woning te
verfraaien met nieuwe banken, maar daar zou nog een tijdje overheen gaan
omdat er nog weinig hout te krijgen was, en dan nog de lieve centjes.
Op 30 april ging zuster Venantio vertrekken naar het Pius gesticht te
Amsterdam, zij was bewaarschoolzuster zonder diploma.. Eerst was er
bericht gekomen van Tilburg dat moeder een zuster kon verwachten uit de
richting Noord-Brabant met acte A en B Bewaarschool. Deze zuster werd
echter ziek, en daar 1 mei 1947 de subsidie zou ingaan die zij in Schagen
nog niet gekend hadden, moest er gehandeld worden en kwam op 30 april
1947 Martinus Schoutsen uit Arnhem met acte A en B. O.L Heer beschikt
alles zoals hij het wil.
Historische Vereniging Schagen e.o.
13