Op 8 maart 1903 werd door de krant gemeld dat er nog 7 aandelen geplaatst
moesten worden. Men was redelijk optimistisch over het voortbestaan van de
bootverbinding.
De toename van passagiers en goederen was ook hoopgevend. Werden in de
eerste drie maanden van 1902, dit zijn de maanden dat er gevaren werd,
1394 passagiers en circa 405 colli goederen vervoerd, in dezelfde periode in
1903 waren dit respectievelijk 2003 en 799. Een aanzienlijke vooruitgang
dus!
Het bestuur was natuurlijk na alle problemen, welke zich in deze korte tijd
hadden voorgedaan zeer teleurgesteld.
Dit mag blijken uit een artikeltje in de Zijper Courant van 8 november 1903.
'Het bestuur van de N.V. Motordienst Schagen-Kolhorn denkt het bijltje er
bij neer te leggen. Vanaf de beginne heeft het volop met moeilijkheden te
kampen gehad. Nu eens had het geldelijke bezwaren te overwinnen, dan
weer waren het de eigenaars van de landerijen, of het bestuur van de Schager
Kogge, door wie de voet dwars werd gezet. De weigering der subsidie van
het Schager gemeentebestuur heeft nu de doorslag gegeven. In een
vergadering te Kolhorn heeft het bestuur met algemene stemmen besloten tot
liquidatie ter tafel te komen. Mocht zulks niet in de geest van de heren
aandeelhouders vallen dan kan men een collectief ontslag van het bestuur
verwachten.'
Kennelijk werden de hierboven genoemde aandelen toch geplaatst want de
29 februari 1904 had de normale jaarvergadering plaats.
De vergadering vond plaats in het Noord-Holland Koffiehuis en werd geleid
door de heer C. Spaan uit Barsingerhorn. Hij was het oudste bestuurlid en
zijn leiding was noodzakelijk omdat de heer P. Raat als president
commissaris had bedankt.
Uit het jaarverslag bleek dat in 1903 4496 enkele reizen en 2813 retours
waren verkocht en dat er 4225 colli goederen waren vervoerd.
Over de 'bijboot' van de heer Boot uit Kolhorn, welke gebruikt werd als het
aantal passagiers groter was dan de motorboot kon meenemen, was een
overkapping gemaakt.
Aan de Polder Schagen was verzocht het vaarwater van de Nessluis
(Schagersluis) tot de aanlegsteiger te Schagen te verdiepen en het sluisgeld
te bepalen op 125,00 per jaar. Men hoopte hierop een gunstig antwoord te
ontvangen.
De rekening en verantwoording werd nagezien door de heren H.J. Bot, P.
Bronder en G. Holle en in orde bevonden. En voor de eerste keer was er een
voordelig saldo! De inkomsten hadden 3396,32/4 bedragen en de uitgaven
2986,20/4. Hierdoor was er een batig saldo van 410,12.
Bij de bestuursverkiezing werden de heren A. Visser en G. Beers uit
Schagen gekozen in plaats van de heren P. Raat en C. Visser Az., welke
laatsten hadden bedankt voor het bestuur.
Het bleek dat de bootdienst nog steeds bij meerdere bewoners, meestal
veetelers, niet populair was. Volgens de heer Raat werden er in de
Kaagpolder weer pogingen in het werk gesteld om de bootdienst te laten
verbieden.
De vacature, ontstaan door het bedanken van de heer Raat, werd in de
bestuursvergadering van 11 maart 1903 opgevuld met de benoeming van de
heer J. Merz uit Schagen.
Hoopvolle toename van passagiers en goederen
Toch het bijltje er bij neerleggen?
Aandelen geplaatst en de normale jaarvergadering
Historische Vereniging Schagen e.o