Het bootje veroorzaakte echter aanzienlijke schade aan de wallen en
kaden. De vaarten waren in het geheel niet ingesteld op dit verkeer.
Het bestuur van de Schager Kogge besloot hierom het varen met
ingang van 1 januari 1902 te verbieden. De definitieve genadeslag
voor de N.V.? Nee, dat was het niet. Het bestuur besloot in september
1902 om voor gezamenlijke rekening de landerijen langs de vaarten,
waar dat nodig was, van beschoeiingen te voorzien. De opmetingen
hadden al plaats gehad.
Het bootje schuurde over een dikke laag modder. Er moest dus een adres aan
het polderbestuur worden gericht met het verzoek de nodige maatregelen te
treffen zodat er een goede doorvaart mogelijk was. Zodra dit gerealiseerd
zou zijn kon de afstand Kolhorn naar Schagen in circa een uur overbrugd
worden. Voorlopig kon er echter niet gevaren worden.
Vaarweg vrij van modder maar
De polder nam een positief besluit en maakte de vaarweg vrij van modder.
Er deed zich echter een nieuw probleem voor. In de vaarweg ontstond vaak,
door het malen, een tegenstroom en ook riet en kroos vormden een bijna
onoverkomelijke hindernis. De Alkmaarse Courant verzuchtte in september
1901 'de onderneming kan vrij zeker als mislukt worden beschouwd,
tenzijspoedig de Westfriese Kanaalplannen Kolhorn-Schagen-Stolpen
daadwerkelijkheid worden'. Zoals iedereen wel weet duurde dit laatste tot de
eerste helft van de dertiger jaren!
Zoals bij nader onderzoek echter bleek was de oorzaak niet zozeer
bovengenoemde narigheid maar was de waterstand in de vaarwegen te laag.
Ook dit werd opgelost. De motorbootdienst bleek in een behoefte te voorzien
en men wist in november 1901 te melden dat het passagiersvervoer reeds
'zeer groot' was.
Van 4 november 1901 tot 4 december 1901 werden door de motorboot 745
personen en 188 colli goederen vervoerd. Dit was de eerste maand dat de
motorboot regelmatig de dienst uitvoerde.
Nieuwe donkere wolken
Ledenvergadering
Op maandagavond 17 februari 1902 vond in het café van de heer J. Vader de
ledenvergadering plaats. Er waren ongeveer 30 personen aanwezig. Zij
konden tezamen 51 stemmen uitbrengen. Dit zal ongetwijfeld het gevolg zijn
geweest van het in het bezit zijnde aantal aandelen. Uit de rekening en
verantwoording bleek dat er een nadelig saldo was van 73. gulden Dit
nadelige saldo was te wijten aan het goederenvervoer. De opbrengst bleek
eenderde onder de raming gebleven te zijn. Het personenvervoer overtrof
echter de raming. Men besloot bij de aanvang van de zomerdienst het
personentarief iets te verhogen. De kascommissie bestond uit de heren H.
Pot, G. Beers en W. Vader. Zij waren belast om de rekening van het
afgelopen jaar van oprichting te controleren. Zij adviseerden tot goedkeuring
over te gaan. Bij de bestuursverkiezing werden de heren P. Raat, K.
Breebaart Dz. en J. Boot IJz. herkozen. De vergadering besloot de dienst niet
te staken en het bestuur werd gemachtigd door een lening in het nadelige
saldo en zo mogelijk tekort te voorzien.
Schager kermis
De motorboot bleek de week van de Schager kermis veel te klein te zijn. Op
de 29e juni 1902 was het aanbod van passagiers zo groot, dat hiervoor een
vlet achter de motorboot gehangen werd. Dat voldeed redelijk zolang het
Historische Vereniging Schagen e.o.
9