De oprichtingsakte werd gepasseerd voor notaris Constantijn Leonard van
den Bergh te Schagen en de Koninklijk Goedkeuring werd op 22 januari
1901, onder nummer 25, verkregen.
De oprichters waren: Pieter Raat Dirkzoon te Schagen, vleeshouwer; Jacob
Bood IJsbrandzoon te Kolhorn, schipper; Jan Dikker te Kolhorn, zonder
beroep; Dokter Theodorus Willem Becker Jacobzoon te Barsingerhorn, arts;
Pieter de Zeeuw Willemzoon te Waardpolder, landbouwer; Klaas Breebaart
Dirkzoon te Waardpolder, landbouwer; Jacob Koster Ariezoon te Schagen,
winkelier (van de 'Kleine Winkel'); Michiel van Thijn Jacob-Leviezoon te
Schagen, winkelier; Jan Breebaart Corneliszoon te Kolhorn, zonder beroep.
De vennootschap werd op 2 februari 1901 bij de Griffie te Schagen
ingeschreven. De inschrijving bij de Griffie was verplicht. Dit duurde tot
1920. Vanaf dat jaar was de inschrijving verplicht bij de Kamer van
Koophandel. De Griffie was in Schagen gevestigd in het gebouw van het
kantongerecht in de Landbouwstraat.
De dienst van Kolhorn naar Schagen moest worden uitgevoerd met 'De
Volharding', een stalen motorbootje. Het bootje werd voortgestuwd door een
petroleummotor.
Proefvaart was goed, de vaarweg niet
De proefvaart op 13 mei 1901, 1 maart was kennelijk niet gehaald, verliep
wat 'De Volharding" betreft goed. Er was echter een ander probleem.
De vaart langs de Kolhorner Kade en door de Westgraft verliep prima. Zodra
echter de Schager Sluis aan de Snevert gepasseerd was, begonnen de
problemen.
De vaarten naar Schagen, langs de Snevert en de Hoep waren zo slecht
onderhouden en ondiep, dat men al bomende een doortocht moest vinden.
De Volharding voor de
kade in Kolhorn
8
De Kakeiepost, februari 2000