De Kroniek van Maria Boodschap
De Tweede Wereldoorlog, deel 3
«SOK» l HB, Al# «HF
I.ICRÏ OtT«TftAAX,T, MAAS WAA*.
in Bi JKttK ff*
«AAI I'S
rmïsm cm.
Je krant werd iedereen
aangemaand om regelmatig te
controleren of de verduistering
nog in orde was.
Het noodziekenhuis
Kort daarop deden de geruchten dat ons klooster niet vrij zou blijven, 't was
einde november 1944. De gemeenteraad met de heren doktoren maakten er
werk van om van ons huis een noodziekenhuis te maken, teneinde te
voorkomen dat het door anderen (onze vriendjes de D) in beslag werd
genomen, werd de toestand voor zieke mensen alsook voor de
kraamvrouwtjes hopeloos. Daar moest dus een middel gezocht worden en
dat was ons klooster.
Inmiddels werd mijnheer deken geraadpleegd die aanraadde er maar toe over
te gaan, dat was voor ons de beste oplossing ons huis te behouden, alsook
om de evenmens in ziekte en nood weer bij te staan. Daar er ook moedertjes
werden opgenomen en er geen zuster was die zulk een zorgen op zich kon
nemen, en dus geen bevoegdheid had voor kraamverpleging. Zo had men
besloten raad te verschaffen en hulp in te gaan roepen aan het ziekenhuis te
Hoorn. De eerwaarde overste kon niet geraadpleegd worden, men kon niet
telefoneren, ook de brieven gingen niet door (wij waren in 't bezet gebied en
Tilburg bevrijd gebied). In overleg met mijnheer deken werd er een auto
besteld en onze goede vader deken was zelf bereid om naar Medemblik en
Hoorn te tuffen om een keuken en ziekenzuster te halen. De keukenzuster zr.
Meinardo (die bij ons convent thuishoorde) zou zeker bereid zijn geweest
om mee te gaan naar Schagen, om daar weer haar oude functie waar te
nemen. Echter was het voor mijnheer deken een grote teleurstelling daar
moeder Alida weigerde de zuster terug te geven omreden zij daar onmogelijk
op dat tijdstip gemist kon worden en er dus eerst een ander keukenzuster
haar plaats kwam innemen. Doch mijnheer deken gaf de moed niet op, dan
naar de richting Hoorn getuft, en ja daar was het een gebedsverhoring. Voor
zulk een doel, daar moest spoed mee gemaakt worden vond moeder, en
zuster Baptistia mocht zich reisvaardig maken om met dezelfde auto, die nog
steeds voor stond, mee te gaan naar de richting Schagen.
Het ziekenhuis werd spoedig ingericht, ook de gemeente toonde zich bereid,
er was daarvoor een comité gevormd van de heren doktoren alsook enige
notabelen gekozen die zich bereid toonden om mede te werken voor datgene
aan te brengen om het noodziekenhuis te kunnen beginnen. De zit- en
slaapzaal van de afdeling vrouwen was daarvoor in gereedheid gebracht en
naar omstandigheden was het wel wat primitief, maar 't zag er netjes uit.
Witte ledikanten met dito spreien erop. De kamer voor de ziekenzaal werd
de kraamkamer en 23 moedertjes hebben het geluk gehad daar hun lieveling
ter wereld te brengen, mochten in ons klooster het eerste levenslicht
aanschouwen. Onze Lieve Heer zegende dat werk zichtbaar, ofschoon het
zeer te betreuren was dat de kindertjes (drievierde) van niet katholieke
ouders waren, zodat de gelukkige stond dat de kleine naar de kerk werd
gedragen om het H. Doopsel te ontvangen achterwege bleef. Een kindje (van
niet katholiek ouders) is gestorven na enkele dagen, doch is gelukkig door
het nooddoopsel een kleine heilige geworden. God zij dank!
Inmiddels werden wij opgeschrikt! Acht Duitse soldaten stormden bij ons
binnen om ons huis te bezichtigen dat zij voor lazaret wilden inrichten. Alle
kanten liepen zij rond de kamers opmetend, bevestigend werd nog toen ze
voor de zieken reeds de bedden klaar zagen, dat het wel iets voor hen zou
zijn. Gelukkig weerklonk de stem van moeder en zuster assistent hen door
hun trommelvlies, toen ze vernamen dat het al reeds een lazaret was voor de
zieken. (St. Jozef zorg en wees ons een borg op dit moment) Nu, ze dropen
af, en kregen het heilige kruis na. De eigenlijke opzet van ons
Historische Vereniging Schagen e.o.
7