De geschiedenis van C.D. Broersma
J.H. Smit
C.D. Broersma (1912 -
1990), woonde destijds op
een boerderij aan de
Boermansweg 3 te Anna
Paulowna.
Foto uit 1948
In de herfst van 1944 werd door Kees en Alie Broersma aan de
Boermansweg de ondercommandant van de Stoottroep Den Helder-Anna
Paulowna: Louis van der Weijden in huis genomen.
Het was duidelijk dat zij hiermede geen gering risico liepen en er is intern
heel wat nagedacht en beraadslaagd voor dit besluit werd genomen. Jaap
Smit heeft bij de huisvesting van Louis, die uit het zuiden kwam en in Anna
Paulowna gelegerd moest worden, veel hulp gehad van hun vader C.
Blaauboer uit Schagen (van de Fa.Blaauboer en Kossen). Alie was zijn
oudste dochter.
Louis toonde zich een vastberaden man van 28 jaar en een prettige en
gezellige huisgenoot. Niemand wist van zijn werk en niets wees op een
noodlottig einde van deze toestand.
Maandagavond 5 februari 1945 was Louis achterna gezeten door Duitsers en
via een sloot ontkomen. Drijfnat kwam hij thuis en na een bad ging hij naar
bed in de bovenslaapkamer.
Middernacht reed een Duitse vrachtauto het erf van de boerderij op en het
huis werd omsingeld door soldaten. Louis probeerde nog te ontsnappen via
de dakgoot, maar tevergeefs. Hij en Broersma werden gegrepen en
hardhandig meegenomen. Via Den Helder werden zij met vele anderen de
volgende ochtend 6 febr. naar de S.D.-gevangenis aan de Weteringschans te
Amsterdam gebracht. Louis is een paar weken later met anderen gefusilleerd
en in de duinen van Overveen begraven. Nu rusten 13 leden van de
Stoottroep op de Eregrafhof te Overveen, bijeen in vak 20.
Kees Broersma maakte en zeer bijzondere tijd door. Na een kort verhoor
door de S.D.er Maarten-Kuiper, plaatsvervangend hoofd van dc gevangenis,
kwam hij als terrorist in een dodencel. Het was bekend datje daarin wachtte
op het moment van terechtstelling.
Toen schoonvader C. Blaauboer hoorde wat er gebeurd was en wist waar
zijn schoonzoon gevangen zat, voelde hij een grote verantwoordelijkheid
hiervoor, immers hij had meegeholpen om Louis daar onder te brengen.
Blaauboer vertrok per fiets naar Amsterdam en klopte aan bij een goede
zakenrelatie, de houthandelaar Schnellenberg. Nu speelde het toeval wel een
heel grote rol want de echtgenote van de heer Schnellenberg bleek een zuster
te zijn van Maarten Kuiper. Hoewel zij haar broer al jaren niet meer had
ontmoet, was Mevr. Schnellenberg bereid hem op te zoeken om over het lot
van Kees Broersma en de anderen te praten.
Dat bezoek viel echter niet mee, er was geen land
met broer te bezeilen: 'Allemaal terroristen'. Een
tweede bezoek een week later viel beter uit de
dochter van Kuiper was ziek en had dringend
versterkend voedsel nodig. Voor ruil met boter,
kaas, meel, etc. was hij bereid om Kees Broersma
en Jaap Tiel, eveneens kwartiergever op het adres
Boermansweg 20, vrij te laten maar de anderen
dat kon onder geen voorwaarde. De levering van
het voedsel vond plaats.
Op een gegeven moment werd Kees Broersma,
die van niets wist, uit de
dodencel gehaald en verwacht werd dat zijn einde
naderde. Het tijdstip klopte wel niet want
Historische Vereniging Schagen e.o.
5