"Met de bloote messen na 't leeven te staan" Belaagde ouders in de zeventiende eeuw R.J.M. van de Pol Op een zekere dag in het jaar 1694 of mogelijk 1695 werd baljuw en schout Jan Kievit tegen middernacht gewekt door geluiden bij zijn voordeur. Toen hij open deed stond voor hem op de stoep Marijtje Cornelis de vrouw van Jan Dirksz. Halfswaegh1 'bitterlijck weenende'. Zij was volledig overstuur en het kostte hem moeite om haar te kalmeren. Zij vertelde dat zij en haar man door hun zoons Cornelis en Havick Jansz. Halfswaegh met 'uijtgetogen messen in arren moede haren woningh hadde uijtgedreven en gedreijght van 't leven te beroovenZij was gevlucht en maakte zich grote zorgen over haar man omdat zij niet wist of die 'den kinderhanden ontcomenwas. De De schout woonde in het schout ontfermde zich over haar en zij mocht in het schoutshuis blijven tot huis rechts van de haar man gevonden was. De schout gaf zijn assistent Cornelis Jans toegangspoort Haringman2 opdracht om eerst Jan Dirksz. Halfswaegh te zoeken en dan naar de opstandige zoons te gaan. Al spoedig vond hij Jan Halfswaegh 'in sijn onderkleederen met een slaapmuts op op 't kerckhof aghter 't raethuijs3 sigh verbergend en bitterlijck weenende' en bracht hem bij zijn echtgenote in het schoutshuis waarna hij zich naar de woning van de belaagde ouders begaf. In het huis trof hij de twee zoons met 'een seer verbolgen gelaatdie hem vroegen of hij alleen was en waarvoor hij eigenlijk kwam. Toen hij hierop ja gezegd had kalmeerden zij en kon hij hen vertellen dat hun ouders die erg overstuur waren een klacht hadden ingdiend bij de officier, en zo vervolgde hij:' Voor 't quaat dat sij gedaan hadden met haar ouders in arren moede 't huijs uijt Historische Vereniging Schagen e.o. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1999 | | pagina 5