Transcriptie van de courant van zaterdag 25 september 1666 (achterzijde)
conjungeren. De Barbarisse Corfairen speelen in de
Middelandtse Zee seer de meester; also nu Vrede hebben
met de Fransse en Engeisse; sulckr, dat alles weg-nemen
wat'er by-na vaert:
Die van Algiers hebben onlanghs noch twee Hollandtse,
een Hamburger, en een Genouees Schip wegh genomen.
Tot Marseilje is den 6 September te rugge
gekomen Sr. de Moulin, af gesonden van den Coningh na
Tunis, tot verlossinge van de Slaven, van welcke 650
mede-brenght, daer van yder 100 Kroonen heeft gekost.
Parys den 17 September.
Terwijl hier onder 't gemeen een Gherucht loopt van een
Accoort tusschen Spangie en Portugael, so verneemt men
nochtans ten Hove niet als 't contrarie, volghens het
schrijven van den Aerts-Bisschop van Ambrun, Fransen
Ambassadeur aen 't Spaense Hof. Alsoo de Franse Vloot
op den 13 deser van Rochel is gheloopen, en de Engelse
Vloot, nae den laetste Rescontre, het Canael in
gheweecken is, soo heeft men een Expresse nae Brest
ghesonden, om Duc de Beaufort daer van te
waerschouwen: en Monsr. de la Feuillade heeft sijn
Majesteyt na de Hollandtse Vloot gesonden, die den 14
deser noch op de Hooghte van Bologne was. Daer is
weder eenige alteratie in de Prijs van 't Geldt gemaeckt,
als de Louysen en Spaense Pistoletten op 11 Ponden, de
Goude Kroonen op 5 Ponden en 4 stuyvers, de Silvere
Louysen op 3 Ponden, en so voort op de oude voet. Den
Deensen Ambassadeur, den Heere Zeestadt, sal van hier
vertrecken nae Nederlandt.
DUYTSLANT en d'aengrensende RYCKEN
Stockholm den 9 September.
De Mentsisse Gesant, van hier op Danzigh vertrocken,
seght men, dat onderwegen verongeluckt is; en men hoort
dagelijcks van noch meer Onghelucken ter Zee. Den
Paltzissen Afgesant staet op zijn vertreck. 2000 Man
sullen van hier na Bremen over-gevoert werden, voor 6 a
7 Kroons Schepen, die dan voort na Portugael om Sout
souden gaen; immer soo men voorgeeft, omme dat men
soude voor-hebben, de Haring-vangst by Gottenburgh te
stabilieren, alsoo de Haring sigh daer overvloedigh laet
vangen. Den Koningh en Koninginne Regente zijn te
Landewaert vertrocken.
Wenen den 11 September.
Na dat sijn Fursteiijcke Genade van Diedrichsteyn, met de
voor de Spaensse Ministers mede-gevene Presenten,
waerdig 100000 Florijnen, gesamentlijck met de
Keyserlijcke Suite, bestaende in 1000 Persoonen, 1200
Ruyters, en 100 Landt-koetsen was afgereyst, soo doet
men alles vervaerdigen tot het By-leger, dat tot Newstad
sal gehouden werden, op St. Leopoldsdag, werwaerts
oock 6 Regimenten zijn ghelast te marcheren; men hout
dat hier na noch eenige Volckeren na Milaen, en de
Spaensse Nederlanden sullen gecommandeert werden,
alsoo men wegens Vranckrijck voor die Landen vreest.
Sijn Keyserlijcke Majest: is deser Dagen aen de Loop niet
wel te pas gheweest, doch is nu God lof weder beter. Den
Sweedtsen Afgesant onthout sigh noch hier, sonder dat
men weet tot wat eynde men hier sal nemen, omtrent de
Engeisse voorslaghen, die doch hier niet in de Man willen.
Hamborg den 17 September
Dat de Engeisse met 2 Sloepen op de Elbe, sigh aen en
na de Hollandtse-schepen begeven, is seecker, en
hebben de jonghst- genomen na de Swinge gebracht; en
daer op twee Hollantse Groenlants-vaerders aengetast,
maer alsoo sterck bemant waren, moeten afwijcken. Het
jonghst-ghedachte Schip, dat van hier mede uyt wilde,
moet als noch verblijven. Het gerucht, dat de Sweden een
Arrest op d'Engelsse Schepen
hadden gedaen, is valsch, en hebben sy in de Swinge vry
in en uytloopen.
Uyt Poolen heeft men niet als seer goede Vrede: Den
Heer Lubomirski is wederom tot Breslau gekomen, om
aldaer den Rijcksdagh te verwachten. Den Koningh van
Poolen werdt in't korte tot Marienburgh in Pruyssen
verwacht.
Hamborg den 17 September.
De Stadt Bremen is nu vande Sweden ten volle belegert,
en beginnen reets
Loopgrave na de Wallen der Stadt te maecken; die van
binnen hebben oock in een uytval eenigh Vee de
Beleggers afgenomen, en schieten van hun Wallen
dapper: De Sweden hebben dese mael de Brieven uyt
Bremen weer terugh gesonden, en niet laten passeren.
Op de Elf hebben de Engelse met bemande Sloepen, de
Hollandtse Kagen gesocht te nemen of te ruineeren; maer
komende by een Groen- [vervolg op achterzijde]
[vervolg van voorzijde] lants-vaerder, die zy meende te
vermeesteren, wierden van de Maets, daer op zijnde, soo
ontfangen met Harpoenen, datter 2 van hun doot bleven,
en eenige deerelijck wierden gequetst: 't sedert heeft men
gheen Engeisse Sloepen meer op de Elf vernomen.
Bremen den 16 September.
Of schoon de Tractaten tot Rabingshausen, alwaer den
Sweedtsen velt-heer sijn Quartier hout, als noch op
handen zijn: soo gaet inmiddels de Vyandtschap noch
dagelijckx voort; en hebben wy Gisteren een uytval op de
Sweden ghedaen, waer by van weder-zyden eenige zijn
doodt gebleven: Op heden geschiet diergelijcke, met wat
succes weet men noch niet. Hert werf alles alles rondom
dese Stad, 600 treden ver, gelijck gemaeckt, omme de
inlogeringe soo na by te verhinderen. Al wat van Hout is,
wert onder de Ghemeente verdeelt, alsoo sommige daer
aen gebreck hebben. De Borgermeester Speckhans Huys
is Gisteren door 't gemeene Volck onder de voet gehaelt;
sonder dat het selve heeft konnen verhindert werden.
Beverle den 17 September.
Sijn Oheurvorstelijcke Dooriuchtigheyt van Brandenburgh
heeft aen sijne Bevelhebbers Ordre gesonden, om de
gelicentieerde Troupen weder in dienst te nemen, en inder
haest meerder Volck aen te nemen, om in 8 Dagen
ghereet te zijn tot de generale Monstering; waer op dit
aengesien is, daer van zijn verscheyde opinien. Men
seght, de Handelinge tusschen de Sweden en de Stadt
Bremen, wederom by der handt genomen zijn.
Hamburgh den 21 September.
Van Bremen komen geene Brieven meer: Ondertusschen
zijn hier de Tydingen seer divers, eenighe willen noch
spreecken, al of een Accoort op handen was zo daer
nochtans alle dagen vyandelijcke Actiën voorvallen. Die
van de Stadt zijn onlanghs met 1500 Man uytgevallen, en
hebben een goet aental Boeren, oock eeige Soldaten, in 't
aenvullen van de Landt-groeven en 't maecken van een
nieuwe Schans neder gemaeckt. Daer soude dagelijckx
Historische Vereniging Schagen e.o.
15