Vernielingen in de kerk In 1894, dus bijna honderd jaar later, schreef het lid van het kerkbestuur de heer W.A. Hazeu een boekje over de geschiedenis van de Hervormde kerk2 De schrijver vertelt hierin iets over de schade die de in de kerk gelegerde Engelse soldaten hebben aangericht. Graftombe beschadigt Ten tijde van de inval der Engelschen in 1799 op de Hollandsche kustbij welke gelegenheid zij ook in de kerk geducht hebben huisgehouden, moest de graftombe vooral het ontgelden, en werden met name de beelden der tombe zeer beschadigd Orgel en kerkboek vernield Niet ongepast moge het zijn, hier in herinnering te brengen, dat het oude orgel ook gedeeld heeft in de vernielzucht, door de Engelschen bij hunne landing in 1799 aan de kust van Noord-Holland, aan den dag gelegd. Volgens eene oude aantekening van den toenmaligen orgeltrapper Hendrik Bosman in een oud psalmboek gevonden, thans nog bij mij berustende, geeft hij daarvan de volgende beschrijving: 'Bij gelegenheid van de invasie der Engelschen in Noord-Holland in den jare 1799, lag deze Groote Kerk vol met Engelsche krijgsknechten, bij welke gelegentheit de deur van 't orgel door hen met geweld werd opengebroken; hiervan verwittigt, wierd de voortgang gestuit en de deur wel bezorgt met order aan de wacht van hierop wat toe te zien; maar om aan haar plunderzieken aard te voldoen, liet men wel is waar de deur ongemoeit, maar klom men met de doodbaren die in de kerk hingen van buiten op 't orgel, bij welke gelegenheidzij de pijpen door malkander wierpen en vertrapten, het lood gedeeltelijk medenamen en uit het kerkboek uit baldadigheid eene menigte bladen scheurden, zoodat hetzelve geheel onbruikbaar was, bij welke gelegentheit dit nieuwe boek is in de plaats gekomen op den 12 november 1803, ten tijde van Cornelis Bootsman, organist en Hendrik Bosman, als orgeltreder.4 De baljuw en de gemeentesecretaris gevlucht Op woensdag 28 augustus 1799, de dag na de landing van de Engelse troepen, vond er een 'extra ordinaire vergadering van het Committé van Justitie der Steede Schagenplaats. Aanwezig waren de leden Jan Groen, Pieter Ariensz. Vries en Dirk Winkel. Zij waren bij elkaar gekomen omdat het gerucht ging dat baljuw en schout Gualterus Matheus en gemeentesecretaris Pieter Westingh jr. zonder enig bericht spoorslags Schagen hadden verlaten. Nog onlangs, op 23 augustus j.1., was geproclameerd dat: 'Alle diegenen welke met eenige Wetgevende of Rechtelijke magt zijn bekleed gelast worden op hunne posten te blijven Beide overheidsdienaren begingen dus een grove overtreding. Om de werkzaamheden van het comité voort te kunnen zetten werd 'burger' Cornelis Barsingerhorn gevraagd om tijdelijk het baljuw en schoutsambt op zich te nemen. Hij zou zich hierover beraden. Staande de vergadering werd de klerk van het secretariaat tot loco-secretaris benoemd. De beide afwezigen werden geschorst tot zij zich volledig zouden hebben gezuiverd. Twee dagen later komt het comité weer bij elkaar. Gualterus Matheus is inmiddels weer terug in Schagen. Als excuus voert hij aan dat hij hals over kop naar Hoorn was vertrokken om daar zijn vrouw in veiligheid te brengen. Of ze daar echt veilig was kunt u lezen elders in dit nummer van De Kakelepost. Men is niet tevreden met deze uitleg en de schorsing blijft van kracht; Cornelis Barsingerhorn verklaart zich bereid tijdelijk de functie van baljuw en schout op zich te nemen en wordt benoemd 4 De Kakelepost, oktober 1999

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1999 | | pagina 6