Jan van Stipriaan,
Baljuw en schout van Schagen (1771 - 1786)
Deel 4: Het einde
Het begin van het einde
Door F. Timmer
Gerechtsbode der stede Schagen, hiertoe geboden!
"Alzo wij, Theodore Graaf van Oultremont en Warfusee,Vrijheere van
Schagengeïnformeerd zijn geworden, dat de persoon van Jan van
Stipriaan zich sedert enige tijd van Schagen heeft geabsenteerd, zonder enige
order op het waarnemen van zijn respectieve bedieningen te hebben gesteld en
wij niets diemet krachte van de macht aan ons geserveerd bij het tiende
artikel van de insatructie voor opge... Jan van Stipriaan als Baljuw van
Schagen in dato 19 octob. 1771 gearresteerd, goedgevonden hebben, deze
zelve in gemelde zijn kwaliteit te excuseren en te bedanken, en een ander
bekwaam persoon in zijn plaats aan te stellenAc turn Luyk, den 27
novemb 1785, w. get.
Met dit bericht - en de officiële ontslagbrief - op zak ging de gerechtsbode op
die 27e november 1786 naar het huis van zijn direkte baas, baljuw en schout Jan
van Stipriaan, het huis naast de voorpoort van het kasteel.
Van Stipriaan was niet thuis, echtgenote Zara Petronella Uijttenbogaart nam het
bericht - waarschijnlijk gelaten - in ontvangst. De gerechtsbode keek van de
hele situatie niet vreemd op; hij wist, zoals iedereen in Schagen, dat de schout
van de ene op de andere dag was verdwenen. Zara Petronella op haar beurt had
dit bericht na alles wat er gebeurd was allang verwacht.
Uit de verschillende financiële bronnen uit het leven van Jan van Stipriaan krijg
je de indruk dat de financiële problemen zich in de loop der jaren opstapelden.
In de eerste jaren van zijn ambtsperiode als baljuw en schout, en zelfs daarvoor
al, was Van Sipriaan een gefortuneerd man die in staat was een Zijper
buitenplaats te kopen - en er zijn meer aankopen door hem, zoals van land,
bekend.
Zonder twijfel was hij ook een handige, creatieve zakenman die haarscherp zijn
mogelijkheden en voordelen zag. Waarschijnlijk zag hij in de aankoop van de
Zijper hofstede Buitenlust ook zo'n buitenkansje, want amper vijf jaar na
aankoop werd het goed weer - met winst - verkocht.
Hoe gewiekst hij het voordeel naar zijn kant kon halen,wordt ook duidelijk uit
zijn woonsituatie. Van Stipriaan woonde 'om niet' in de schoutswoning naast
de voorpoort van het kasteel, maar zag kans om in de loop van enkele jaren
enkele naastgelegen huizen bij zijn woning te trekken. De reden hiervan weten
we niet; had hij deze ruimte nodig omdat zijn gezin groter werd of deed de
schout aan onderverhuur?
Uit allerlei stukken blijkt dat Van Stipriaan bijna consequent achter was met het
afleggen van rekening en verantwoording aan de rentmeester van de heer van
Schagen. Dit behoorde jaarlijks plaats te vinden. Er was echter een flinke
achterstand ontstaan - zonder dat er overigens ooit een 'echte' reden of oorzaak
wordt genoemd. Op 3 maart 1786 verzocht rentmeester Storm namens de heer
van Schagen schriftelijk aan Van Stipriaan de achterstallige betalingen nu
eindelijk eens te voldoen. Hij kreeg geen antwoord op zijn brief en herhaalde
Historische Vereniging Schagen e.o.
11