-I Veel oude Spaanse, Vlaamse en Italiaanse meesters zoals Van Dijk, Rubens, Velasquez en Da Vinei met schilderingen van de lijdensweg, de kruisiging, Maria onder het kruis, enz. Ook de moderne kunststromingen uit het begin van deze eeuw komen aan bod met o.a. Toorop. Tot ver in de jaren vijftig zie je deze vaak fraaie reproducties voorkomen. Als na 1900 de fotografie zich ontwikkelt, wordt er soms een foto van de overledene afgebeeld. Meestal was die alllen voor de naaste familie beschikbaar. Verdere kennissen en relaties kregen wel dezelfde tekst, maar een algemeen plaatje. Die waren goedkoper. In de dertiger jaren wordt de vormgeving wat moderner. Onder invloed van o.a. Brom en Ninaber van Eijben komt er een moderne kerkelijke kunststroming op die ook in de bidprentjes doorwerkt: symbolen van geloof, hoop, liefde, vrede, drie eenheid, in pastelkleuren en vaak voorzien van een niet bijbelse christelijke tekst. Na 1960 zien we vaak natuurfoto's voorkomen: herfstafbeeldingen, afgevallen bladeren, kale bomen in de mist en dergelijke. Momenteel veelal een geheel witte voorkant of een simpel grijs of zilveren kruisje of takje. Het is vanaf deze periode dat de dubbele prentjes in gebruik raken. We zien dus dat de beeldzijde sterk aan mode onderhevig is. Hoe kunstzinnig de beeldzijde soms ook mag zijn, voor de genealoog is de tekstzijde veel belangrijker. Alle bidprentjes beginnen aan de tekstzijde met: "Bid voor de ziel van of "Bid voor de ziel van van zaliger". Via het: gedenk in Uw gebed, is het nu meestal: "Ter gedachtenis of in dankbare herinnering". Daarna volgt altijd korte biografische informatie. Doopnaam (namen), leeftijd, plaats en datum van overlijden en begrafenis worden tegenwoordig altijd vermeld, evenals de naam van de echtgenoot of echtgenote. Vaak wordt ook vermeld of men de laatste sacramenten had ontvangen. De laatste veerig jaar spreekt men van ziekenzalving. Soms heb je geluk en vind je de geboorteplaats en datum en heel soms zelfs de naam van de ouders. Bij jonge kinderen is het wel gebruik de namen van de ouders te vermelden. Er wordt ook wel vermeld wat de doodsoorzaaak of het ziektebeeld was: langdurig ziek, subiet overleden, verdronken, ongeval. Aanvankelijk werden er wat schriftteksten afgedrukt die meestal op de overledene betrekking hadden. Ze werden altijd door de pastoor uitgezocht, hij was ook de enige die in de schrift thuis was. Er volgt een korte opwekking om voor de overledene te bidden, vaak aangevuld met een aflaataanroeping. Pas in de 20e eeuw worden de teksten wat persoonlijker. Eerst nog in en (in onze oren) wat gezwollen taalgebruik b.v. "Zij heeft haren man bemind, haar gezin - 1- __aSB3sgiBsgaiö3 - - -y" --- l-f rf- A F-aJ AjrfTK - '-A1 i i - .i -*• BID V O 'R D E Z IEL V 4 li Z~A li i G R R DEN ZEER-EERWAARDEN fIEËR A NT O NIU S WIG G Elt-IN CK, In zyn Eerwaarde Leven Roomsch Prleftcren Paftoor te Schagen- Overleeden den 6de September1803. in den derdom van ruim'77 Taaren. -XY&A&rsgi? v,-. v i d.<- 'Va*- V Yf\. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1998 | | pagina 19