De Stoomtram Schagen
Bericht uit de Schager Courant van augustus 1882
14
De onderneming, die den naam zal dragen van "noord- hollandsche
Stoomtramweg Maatschappij", en de strekking heeft aan een der rijkste
gedeelten van Noord-Holland een beter middel van verkeer te verschaffen,
heeft in de eerste plaats ten doel het aanleggen en exploiteren der volgende
stoomtramlijnen:
I. Van stad- en spoorwegstation Schagen, over Barsingerhorn, Winkel,
Nieuwe Niedorp, Aartswoud, Hoogwoud; Opmeer naar Spanbroek
en eventueel later van daar in aansluiting met eenen stoomtramweg
van Alkmaar naar Hoorn en Purmerend.
II. Van het spoorwegstation Noord-Scharwoude naar Oude- en Nieuwe
Niedorp, in aansluiting met de lijn sub I.
III. Van Hoorn naar Medemblik, langs Zwaag, Wognum, Benningbroek,
Midwoud, Oostwoud, Twisk en Opperdoes.
IV. Van Opmeer over Sijbecarspel naar Benningbroek, in aansluiting met
de lijnen sub I en III.
De gezamenlijke lengte dezer lijnen bedraagt 49,7 Kilometer. Zij zullen in
verbinding staan met de Stations Schagen, Noord-Scharwoude, en later
Hoorn van de Noord-Hollandsche staatsspoorwegen
De streek, door dien stoomtram bediend, heeft geene andere verkeerswegen
dan die waarop tot nu toe personen zich met een paard, en wagen
voortbewegen, met uitzondering der volgende vaarwegen.
a. Eene vaart van Barsingerhorn naar Schagen.
De stoomtramweg gaat over eene lengte van 4 Kilometer langs dezen
waterweg.
b. Eene trekvaart van Winkel over Nieuwe Niedorp naar den ringsloot
van den Heer Hugo Waard.
De stoomtram brengt een uitgebreide streek en vele welvarende gemeenten
met deze waterwegen in verbinding.
Zonder met den stoomtramweg in concurrentie te zijn, maar in tegendeel tot
voordeel ven beide, zal de stoomtramweg het geheele door hem doorsneden
gebied in verbinding brengen met:
a. de ringvaart van den Heer Hugo Waard, bij het Niedorper Verlaat,
en daardoor indirect met het Noord-Hollandsche kanaal.
b. de vaart van Opmeer en Spanbroek naar Rustenburg, waar deze
plaatsen door middel der Hoornsche trekvaart in watergemeenschap
met het Noord-Hollandsche kanaal zijn.
c. de Zuiderzee te Hoorn en te Medemblik.
Wanneer ook al dikwijls de gemeenschap te water zegevierend de
mededeeling volhoudt met spoor- en stoomtram-wegen ten opzigte van het
goederenvervoer, zoo heeft echter steeds, zonder uitzondering, het verkeer
per spoor en stoomtram in den kortst mogelijken tijd dat van personen en
goederen met paard en wagen over gewone wegen verdrongen.
De vrachtkar kan nooit met den spoor- of stoomtram-weg op den duur
concurreeren, wanneer de laatste geene zeer groote omwegen maakt, of de
ligging der stations niet ongunstig is.