"Een seer quaet en
gedebaucheert leven"
Schoolmeester en organist Jan Dircksz. Geus geschorst
R.J.M. van de Pol
Tijdens de vroedschapsvergadering van 10 januari 1714 vormt het gedrag
van schoolhouder (bovenmeester, tegenwoordig directeur) en organist Jan de
Geus het belangrijkste onderwerp van gesprek. Al jaren ergerde men zich in
Schagen aan het overmatige drankgebruik van de schoolmeester. Wat was
begonnen met incidentele dronken buien bij kermissen en andere
feestelijkheden was ontaard in aanstootgevend dronkemansgedrag. Het eerste
incident deed zich voor in 1702. In het najaar van dat jaar had Jan de Geus
"sigh op meer dan eene tijd verloopen in dronckenschap". Op de derde
kerstdag was hij nadat hij zich bij Pieter Bregman (een biersteker) had
misdragen, zwaar beschonken naar de roomse vergaderplaats aan de
Hogezijde gegaan en had daar de dienst verstoord. Althans zo luidde de
verklaring van Pieter Bregman, zijn zoon Cornelis, Huijbert Boertjes en
Claes Elberts Blocker op 13 januari 1703 afgelegd voor de burgemeesters
en schepenen.
Het college besloot de schoolmeester "onder voorhoudinge van meerdere
straffen bij continuatie te reprimanderenIn de marge van het archiefstuk
staat dat Jan de Geus zijn spijt heeft betuigd en een reprimande heeft gehad.
Het ging daarna kennelijk enkele jaren goed tot het in het najaar van 1713
weer de spuigaten uitliep en de vroedschap zich genoodzaakt voelde in te
grijpen. In de notulen staat dat hij weer vaak dronken was en zedert
eenige tijdt selfs daegelijks zonder tussen comst van tijdt..Hij was dus
doorlopend dronken en volhardde in zijn slechte gedrag ondanks herhaalde
waarschuwingen. Eind december van het voorgaande jaar was hij nog eens
extra gewaarschuwd en gelast zich voortaan te wachten op pene (boete)
van strajfe,Het resultaat was echter "Dat hij in tegendeel 't
sedert(sindsdien) continueert (voortzet) soo(zelfs) heeft geextravageert(nog
buitensporiger gewordendat hij onbequaem is geweest tot het waarnemen
van zijn dienstenDe kerstviering van 1713 is ongetwijfeld niet geweest wat
men er van verwachtte! Eenparig werd besloten Jan de Geus nogmaals uit
naam der vroedschap te laten aanzeggen zich voortaan wel(goed) te
gedragen.
De waarschuwing wordt echter weer in de wind geslagen; Jan bleef te veel
drinken. Op 5 oktober 1715 komt de vroedschap terug op het probleem. De
notulen van die datum zeggen: "Dewijle Jan de Geus, schoolmeester en
organist alhier, niettegenstaande seer ernstige herhaalde waarschuwingen in
zijn seer quaet(slecht) en gedebaucheert (losbandig) leven continueert
(voortzet), soo is geresolveert(besloten) voorts., ingevolge de resoluties van
de vroetschap genomen den lCf Januari 11. den selven Jan de Geus voor de
tijd van ses weeken van zijn diensten te suspenderen(schorsen).En als dit
niet mocht helpen zou hij nogmaals zes weken worden geschorst.
3