8 Hij was tenslotte de zoon van een gerespecteerde onderwijzer en getrouwd met de dochter van een niet onbemiddelde koopman en kaarsenmaker. Uit de afwikkeling van de nalatenschap zal blijken dat de handel en wandel van Cornelis de Jongh velen een flinke strop bezorgde. De kaarsenmakerij van Daleman was gevestigd in De boedel het pand met kadastraal nr. A-332. Op 26 april 1841 om 10 uur 's morgens meldden zich vier mannen bij het woonhuis van de koopman en kaarsenmaker Hendrik Daleman aan de Lagezijde nr. 1033. Het waren notaris Albertus Regnerus Sloos uit Winkel vergezeld van drie Schagenaars: Daniël Hendrik Bertz4 van beroep horlogemaker, Jan Wit arbeider en Jacobus Numan beëdigd deurwaarder. Zij kwamen de met de trieste taak de nalatenschap te beschrijven van Cornelis de Jongh die onlangs, op eenentwintigjarige leeftijd, was overleden. Notaris Sloos was uitgenodigd door de eveneens aanwezige heren: Joseph Dragers, koopman in manufacturen te Schagen, Cornelis de Pater, landman te Schagen en Theunis de Jongh, onderwijzer der jeugd in Eenigenburg. De laatste drie waren door de weduwe aangesteld om de zaken voor haar en haar zoontje Jan, te regelen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1997 | | pagina 10