Dat men zich wel eens tegen de regelen onzer schoone moedertaal
zondigt, zulks merkte ik zelve op. Dit zoowel als het Noordhollandsch plat
dialect, vermijdt men echter meer en meer, en wanneer voornamelijk
aankomelingen zich daarop bestendig toeleggen, zal er deswege weldra niets
meer te wenschen overblijven. - Doch genoeg. - Over drie weken zal ik mijn
Lotje bij mij zien. O! met welk eene blijdschap zal ik haar omhelzen! Het is
dan juist weder lichte maan; dan zullen wij gezamenlijk derwaarts rijden om
Armoede en Grootheid te zien spelen.
Tot zover de mening van Cornelis Bok. Deze zal uit commerciële
overwegingen niet helemaal objectief zijn, tenslotte moesten zijn boeken en
toneelstukken ook in Schagen verkocht worden.
Jacob Denijs over het theater
Een tweede bron is het boekje met de titel 1813-1863, Hoe Schagen
Feestvierde; eene herinnering aan den 17 November 1863" geschreven door
Jb. Denijs Jzn en uitgegeven in 1864. Jacob Denijs geboren in 1827
beschrijft 50 jaar na dato de gebeurtenissen die na de val van Napoleon in
Schagen plaatsvonden. Zelf had hij dit niet meegemaakt, maar er waren nog
Schagenaars in leven die uit eigen waarneming het een en ander konden
vertellen. Het theater kende hij uit zijn jeugd.
De feestelijkheden in het theater beschrijft hij alsvolgt:
"Daarna spoeden wij ons, van het marktplein - waar nog altoos om
den vrijheidsboom wordt gedanst - naar de Lagezijde. Wij gaan het smalle
grachtje geheel ten einde, en houden dan, ongeveer tegenover de kerk der
Katholijken, voor een onaanzienlijk gebouw stand. Het gaat er daarbinnen
luidruchtig toe; een verward gedruisch van stemmen, waar tusschen nu en
dan ook het geluid van blaasmuziek wordt vernomen, treft ons oor; wij
bevinden ons voor Schagens "komedie".
Lach niet stedeling - zoo er ooit een zich verwaardigt dit boekske te
doorbladeren - lach niet bij het lezen dezer regels. Het is zoo; ons
"schouwburg lokaal" heeft een zeer nederig uiterlijk, en het inwendige is
daarmede in volmaakte harmonie; het tooneel is voor een talrijk personeel
een weinig bekrompen en de decoratiën zijn eenvoudig, terwijl de costumes
nu en dan een weinig zondigen tegen het tijdvak waarin de handeling van
een of ander stuk plaats heeft; dat alles - wij bekennen het gul weg - is waar,
maar benadeelt slechts weinig het degelijk spel van diegenen onzer
dorpelingen, welke uit louter liefde voor de kunst, hier de planken betreden.
Kotzebue heeft hier waardige vertolkers voor zijne werken.
In deze "dorpskomedie,lokt de boetvaardige zondares "Eulalia
Meinau,tranen uit veler ogen, de vuige lasteraar "Albrand,
verwenschingen van veler lippen of, doen "Pachter Veldkomijn,Vrouw
"Griesham" en de slaper "Langhalm" het gebouw daveren van den
hartelijken lach des publieks. Helaas! de dood zal langzamerhand ons toneel
van zijne sieraden berooven, en het vuur eindelijk wreedaardig onzen
eenvoudigen tempel der kunst vernielen; doch, jaren daarna nog, zullen wij
ons gaarne vermeijen in de herinnering aan de vele genotrijke avonden hier
gesleten, en een halve eeuw zelfs zal den invloed, door het tooneel op
Schagens bevolking uitgeoefend, niet geheel kunnen vernietigen.
Dezen avond echter zal voor het talrijk, met ons opgekomen publiek,
niet als gewoonlijk, een degelijk "toneelspel" en "na het zelve" een "vrolijk
nastukje met zang" - en de zang is uitmuntend - worden "ten tooneele
11