Het waren dus niet de minsten onder de Schagenaars die samen een theater
kochten. Opvallend zijn de katholieken in dit gezelschap. Zij maakten
gebruik van de nieuw verworven Bataafse vrijheid om in het openbaar op te
treden en bestuursfuncties te bekleden. Vanuit de bevolking stuitte dit voor
zover wij weten niet op grote bezwaren, de verzuiling zou pas vijftig jaar
later beginnen.
heat er
Het theater stond aan het
einde van de Lagezijde.
Plattegond uit 1819.
De mening van Cornelis Bo(c)k
Zelfs Cornelis Bo(c)k, de bekende Schager cipier, schilder en schrijver en
beslist geen groot papenvriend, was enthousiast. Hij noemdet zich werkend
lid, schreef verschillende toneelstukjes en liet zich in een van zijn boeken
lovend uit over de activiteiten die in het theatertje plaatsvinden. Dankzij hem
weten we iets meer van de aard en de sfeer van de voorstellingen die er
gegeven werden. In zijn roman Vooringenomenheid en Vooroordeel,
uitgegeven in 1826 bij J.C. van Kesteren in Amsterdam, houden twee
vriendinnen de volgende samenspraak: