De heer Oudshoorn staat hier, na zijn beëdiging, in ceremonieel tenu tussen zijn manschappen. Het etensblik is zeer bijzonder, daar het alle kampen en verschrikkingen heeft overleefd. Het was een van de laatste bezittingen van de heer Oudshoorn. Tegen het einde van de oorlog kwam hij in het kamp Nakon Paton terecht. Daar zag hij na zoveel jaren van ontbering zijn enige zoon weer terug. Deze had ook aan de Birma-spoorweg gewerkt, waarover later meer. Vader had een enorme tropenzweer op zijn rug en leed aan malaria. Dankzij de door zijn zoon achterovergedrukte malariapillen kwam hij er toch langzaam weer bovenop. Het was de bedoeling dat hij voor het einde van de oorlog nog op transport zou worden gesteld naar Vietnam. Gelukkig kwam de bevrijding voor het zover was en kon hij terug naar Indië. Op 22 april 1946 verliet hij Indië en kwam op 23 mei terug in Nederland. Hij heeft toen enige tijd in Schagen gewoond bij de familie Jan Raven van de boekhandel aan de Gedempte Gracht. Het etensblikje dat hij zoveel jaren bij zich had gedragen zal hij hier hebben achtergelaten. Het jaar daarop, op 31 mei, werd hij eervol ontslagen uit de Indische militaire dienst en op 27 april 1974 is hij in Alkmaar overleden. De foto's hebben de Japanse bezetting overleefd omdat mevrouw Oudshoorn deze in een koffer, samen met nog enkele andere familiebezittingen, van het ene naar het andere vrouwenkamp heeft meegenomen. Het mag een wonder heten dat de hele familie de hel van de kampen heeft overleefd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1997 | | pagina 9