Op 27 februari 1920 tekende hij, voor een periode van vier jaar, vrijwillig bij als sergeant. Op 1 september 1922 ging hij wegens reorganisatie over naar het Regiment Kust Artillerie. Inmiddels was hij op 2 april 1915 gehuwd met de in 1892 geboren Geertje Raven. Op 18 maart 1917 kreeg het echtpaar een zoon, Cornelis Gerard Om dat hij zag dat hij als sergeant van de landmacht in Nederland niet verder zou komen, tekende hij voor Indië bij het K.N.I.L. Daar had hij de kans om officier te worden. Op 30 november vertrok hij met vrouw en kind uit Rotterdam met het stoomschip Slamat dat op 31 december 1927 in Batavia afmeerde. In Indië werden zijn verwachtingen snel waargemaakt. Op 17 mei 1933 werd hij bevorderd tot sergeant-administrateur en op 7 maart 1938 volgde de benoeming tot onderluitenant der artillerie. In december 1941, bij het uitbreken van de oorlog in het toenmalige Nederlands Indië, woonde het gezin aan de IJkweg in Bandoeng. Hij was toen keuringsofficier bij de Artillerie Constructiewinkel waar munitie werd gefabriceerd. Hij moest er op toezien dat de munitie in orde was en er niet werd gesaboteerd. Op 10 april 1942 werd hij in Japanse krijgsgevangenschap genomen en enige tijd als krijgsgevangene opgesloten in het Rijks Opvoedingsgesticht (ROG) in Bandoeng. Later werd hij per trein overgebracht naar Batavia en vandaar met een boot naar de plaats Moulmain in Birma. Daar werkte hij aan de beruchte Birma-spoorweg welke dwars door het oerwoud werd aangelegd. Heel veel mensen zijn van uitputting en ellende gestorven bij het werk aan deze dodenlijn. Men zegt wel eens dat onder elke biels een dode ligt. De behandeling door de Japanners was zeer slecht. In het begin had men nog zijn eigen kleding maar snel bleef daar niet veel meer van over dan een onbeduidende schaamlap.Men moest vaak zelf in het oerwoud zijn kostje bij elkaar scharrelen. Het zware werk en de slechte voedsel-voorziening maakten dat de heer Oudshoorn bij de bevrijding slechts 45 kilo woog. Hij was 60 kilo kwijtgeraakt aan de spoorweg. Foto van de heer Oudshoorn en zijn echtge note gemaakt na de beëdi ging tot onderluitenant der artillerie op 7 maart 1938.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1997 | | pagina 8