Binnenland.
Te huur of le hoop:
die het
kan, indien men zich met lust en met ijver
op zijn vak toelegt. Waaneer de landbouwers
niets anders zien, dan de hofstede waar zij
geboren zijn, en wanneer zij den tyd waarover
zij kunnen beschikken, gebruiken om te gast
of naar de kermis te gaan, gelooft gij dan
niet dat zij geen vorderingen zullen maken,
maar veeleer kans hebben om in de kennis
van hun bedrijf achteruit te gaan
„Daarenboven is voor $e landbouwers, die
zooveel minder als do nijverheidsmannen hunne
Blaren openlijk in de winkels ten toon gesteld
zien, de mogelijkheid om hunne zaken met die
van anderen te ver gel ij kern kan zoo grootbelang.
„Het is dan ook niet moeielijk aan te toonen
het nut dat de tentoonstellingen in Nederland
reeds hebben gedaan. Het zijn de tentoon
stellingen die de werktuigen, waarvan nu reeds
zoovele het burgerrecht in Nederland hebben
verkregen, hebben bekend gemaakt, en na
beproevingen op voorafgaande wedstryden de
beste hebben aangewezen.'
„Hoevelen zijn er niet die te huis meenden
de beste producten te hebben, het schoonste
paard, de deugdzaamste ioeate bezitten,-<en
door vergelijking op dey'S^iobnstéllihg en na
behoorlijk te zijn ingelicht omtrent de hoe
danigheden van zaken en dieren tot eene andere
opinie zijn gekomen? Hoe velen zijn er niet
die op de tentoonstelling de zuivelbereiding
op eene wijze hebben zien uitoefenen, die
hen in staat stelde beter boter en kaas te
kunnen bereiden
„Die slaapt vangt geen visschen," zegt een
Italiaansch spreekwoord. Welnu zoo gaat het
ook met alle bedrijven, waarbij men zich niet
op verbeteringen toelegt, al was het alleen
om zich voor achteruitgang te vrijwaren. Het
behouden van het goede door vooruitgang, kan
niet genoeg onzen landbouwers worden voorge
houden. Uwe voorouders waren knapinhnn
vak, op u rust dus de verplichting, u te gedragen
zooals zij hebben gedaan, uw vak voor ach
teruitgang te behoeden en het te verbeteren
zooals gij kunt.
Tot het aanbrengen van die verbeteringen,
tot het vergelyken, tot het samenwerken, tot
het bespreken van hetgeen men ziet, en nog
lang daarna van hetgeen men gezien heeft,
zijn de tentoonstellingen bij uitnemendheid
geschikt.
Een Htirfferwoonliuis met Winkel waarin de
Kruideniers-affaire wordt uitgeoefend, en Erf,
staande en gelegen aan de STOLPÉN en thans
bewoond door den heer A. Schuit.
Te bevragen bjj C. BLAAUW a/'t Hoekje
nabij St. Maartensbrug-
De aanbesteding van het uitdiepen van
een gedeelte der vaart enz., had geen afdoend
resultaat. Aan de inschrijversJ. Boekei voor
f 272 en Jb. Goudsbloem voor f 245, is het
werk niet gegund.
In herinnering wordt gebracht aan hen
die het voorrecht hebben om te verhuizen,
dat ingevolge het politie-reglement voor deze
gemeente, van die verhuizing binnen acht
dagen moet worden kennis gegeven ter ge
meente-secretarie; voor een gezin door het
hoofd des gezins, voor afzonderlijk wonende
personen door henzelveu; overtreding van deze
bepaling wordt gestraft met eene boete van
een gulden.
Tot inschrijving voor de Schutterij worden
opgeroepen alle zoodanige mannelijke ingezete
nen, die op 1 Jan. 1890, hun 25ste jaar zijn in
getreden. De inschrijving zal geschieden tus-
sclien 15 Mei en 1 Juni.
Do kermis in deze gemeente zal dit jaar
worden gehouden van Zondag 22 tot 29 Juni.
SCHAGEN, 8 Mei 1890.
Euterpe mag zich geluk toenschen met den
goeden afloop van haar feest" zoo luidt de
uitspraak, welke we omtrent ons feest van
Zondag jl. in een elders verschijnend blad lezen.
Wij aanvaarden die beoordeeling in dank,
evenzoo de woorden: „Schagens ingezetenen
hebben zooveel zij konden medegewerkt, om
het den zangers tijdens hun kort verblijf alhier
zoo aangenaam mogelijk te maken."
Die woorden zeggen veel, ze geven onge
twijfeld de tevredenheid te kennen van velen
welke Zondag naar ons dorp kwamen om te
genieten, van 'tgeen geboden werd; wat wil
len we meer? Waarlijk het feest van Euterpe
zette de kroon op het werk.
Behoeven wij hieraan niet veel toetevoegen,
wij willen niet onvermeld laten de welverdiende
hulde, welke Euterpe's Directeur mocht ont
vangen, voor de ontegenzeggelijk vele moeite
en opoffering, welke hij zich heeft getroost
om Euterpe op dit standpunt te brengen.
Namens de leden, werd hem op den feost-
avond van Zaterdag, door Euterpe's Vooizittei
met een gepaste toespraak een sierlijk be
werkte en met goud gemonteerden dirigeer
stok, voorzien van eene toepasselijke inscriptie,
als blijk van achting en waardeering aangeboden.
21