5
Willem de bastaard bekleedde belangrijke funkties aan het hof te Den Haag
en was een geaccepteerd en gerespecteerd familielid met een aanzienlijk
eigen vermogen. Rond 1430 liet hij, zoals onlangs naar voren kwam, bij
Den Haag het inmiddels verdwenen kasteel Westerbeek bouwen. Kort
daarvoor had hij de heerlijkheid Schagen al in leen gekregen (1427). Rond
1440 liet hij het in Schagen al aanwezige 'stenen huis' verbouwen tot een
vierkante waterburcht waarop hij ook daadwerkelijk ging wonen.
De schilderijen hingen op
de zolder van het oost
paviljoen hier uiterst rechts
op de foto.
Over de inrichting van het kasteel Westerbeek weten we niets, van de
inrichting van het kasteel van Schagen weten we niet veel meer dan wat een
tweetal zeventiende-eeuwse inventarissen1 ons vertellen en een befaamd
verhaal over twee marmeren schoorsteenzuilen. Voor dit moment
interesseren ons vooral de schilderijen - en dan nog speciaal de portretten
De inventarissen worden voorzichtig gedateerd in het midden van de
zeventiende eeuw en zijn waarschijnlijk opgesteld in verband met de verkoop
van de heerlijkheid - en dus ook van het kasteel. In 1658 kan Willem van
Beijeren van Schagen zijn schulden niet meer betalen en wordt de
heerlijkheid verkocht aan George van Cats, heer van Cats, Coulster, Heiloo
en Oesdomme. Vijftien jaar later overkomt Van Cats hetzelfde. Koper is dan
Flöris Carel van Beijeren van Schagen, graaf van Warfusée in België. De
meest uitgebreide inventaris, gedateerd 1658, noemt ongeveer 70 schilderijen
en een tiental kaarten. Van deze 70 schilderijen bestaat ongeveer de helft uit
portretten. Op grond van de informatie uit de inventaris is echter lang niet
altijd op te maken wie er staat afgebeeld. Bovendien is het kasteel lange tijd
niet of nauwelijks bewoond geweest en weten we absoluut niet wat er in die
periode wel of niet in het
gebouw aanwezig is geweest.
Gelukkig is er echter meer
informatie. Uit een brief van
Jacobus Scheltema aan de
toenmalige rijksarchivaris
Van Wijn blijkt dat hij in
1808 een bezoek aan
Schagen heeft gebracht en op
een bovenkamer van het
toenmalige Oost-paviljoen -
de huidige Posthoorn - een
aantal schilderijen uit het
kasteel heeft gezien. Hij
komt tot een vijfentwintigtal
in slechte tot zeer slechte
staat verkerende portretten.
Ook dhr. Bruinvis, in de
vorige eeuw archivaris van
Alkmaar, heeft de collectie
gezien en spreekt van "een
vreemde, in slechte staat
verkerende verzameling".
Daarmee zou het verhaal af
zijn als we niet uit dezelfde brief van Scheltema wisten dat de verzameling
in de negentiende eeuw door de toenmalige eigenaar van heerlijkheid en
kasteel naar België is verhuisd. Nu bestaat er in Den Haag het Iconografisch
Bureau dat zich bezig houdt met de registratie van portretten.
De schilderijen uit het kasteel van Schagen.