Behalve dat het geraamte na begraving in vele stukken is gebroken en is vervormd, valt als eerste op dat het gebit vele hiaten vertoont. Tijdens het leven heeft de persoon drie maal zeer ernstige gebitsklachten gehad door rottende kiezen. In een geval had dit zelfs geleid tot een heuse kaakont steking. Opmerkelijk is bovendien dat de achterste kiezen niet goed recht op staan, maar dat ze naar binnen wijzen; ze zijn dan ook nauwelijks afgesleten. De wervelkolom toont vergroeiingen rondom de wervelvlakken, waaruit een zekere mate van artrose kan worden afgelezen. Het skelet werd waarschijnlijk nog in de romeinse tijd zelf voor een ge deelte weggegraven, omdat men geen kennis meer had van de plek. Dit zou aan het eind van de derde eeuw gebeurd kunnen zijn. Vermoedelijk is de persoon begraven rond het jaar 100 of even daarna. Omdat er nauwelijks sprake is van een vast begrafenis-ritueel in de eerste eeuwen van de jaartelling, is het vrijwel uitgesloten te voorspellen waar in een nederzetting menselijke resten werden gedeponeerd en onder welke omstandigheden. Onder invloed van de Romeinen was bijvoorbeeld het cremeren in zwang geraakt, maar lang niet iedereen volgde dat voorbeeld. Begraven in een kist werd so-wie-so niet gedaan en ook de houding in de grond is heel divers: op de rug languit, zoals wij dat in de Christelijke traditie gewend zijn, op zijn zij, met de benen opgetrokken onder de kin - terug in de schoot (der aarde), of, zoals in dit geval, gewoon in een gat gerold Menselijke resten worden echter wel overal tussen het nederzettingsafval gevonden en soms zijn delen weer her-begraven, meestal dan met een bijgift van aardewerk. Tot nog toe werden in Schagen in aparte "rituele" begravingen vier! delen van vier verschillende dijbeenderen gevonden, een achterhoofdsbeen en een spaakbeen samen met een scheenbeen. In veel gevallen dragen de botten sporen van patinering door lang gebruik(?). U merkt wel dat er nog lang niet alles bekend is over onze voorouders uit Schagen. maar door de niet aflatende ijver van de leden van de AWS, zullen er in de nabije toekomst vast nog vele stukjes aan de grote puzzel van de archeologie van Schagen worden toegevoegd. Nog een oude dame Op 19 oktober 1746 geeft Cornelis Barsingerhorn aan 't lijk van Marijtje Platius (oud 91 jaren min 7 dagen) als gehoorende onder de Classis van f30. Men vond haar leeftijd kennelijk zo bijzonder dat deze, bij uitzondering, speciaal in de aangifte vermeld werd. Uit: Register van de impost op het trouwen/begraven. DTB Schagen 16 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1996 | | pagina 25