■tebjuér
19
Doeke Volperda, herbergier aan de Kerkebuurt nr.70
(De Moriaan?) declareerde in 1742 bij het stadsbestuur
111 gulden en 4 stuivers voor: "Consumpties te zijne
huize van de landdrost-dienaars en anderen met wijnen
opt raedhuijs".
De landdrost over West-Friesland en het
Noorderkwartier was geen baljuw maar hoofd van een
bijzondere politie die voornamelijk tot taak had het
vervolgen van vagebonden. Gezien de hoogte van de
rekening was dit werk waar je flinke dorst van kreeg.
GAS OA 79
De Moriaan aan de Schager Markt
Naast de smeden, grutters en wieldraaiers die met ros- en hand- of
voetmolens werkten kende Schagen nog een aantal grotere molens, allereerst
de eerder genoemde watermolens, verder twee korenmolens voor het malen
van tarwe en rogge, een zaagmolen en een oliemolen. De oliemolen stond
achter de huizen aan de Lagezijde van de Loet en was eigendom van de de
welgestelde broers Evert en Jan Baas, ook wel Baasje of Baesius genoemd.
it
d:
JOmina ^]ll alrvmon
JU/hc4oTLL7h Sul ci~Cl ÏÏIC
^Ttiro Si4y
erfalhtin S'Jfb(evanu/
ctr Tadtne ^ikajensii piuniyï
/t
-Jtflfio )731
fcoivVa -fiHA11 nnnrr OWnrJ»
'ti
9AM c-n
fa s/I t*i
yiurtot
TiaM+vy
22.
JjisArCmcnio )H>ub funt~ dorn
cl In aèrlU Cv u*
ff. -Ufitf
ulb(tttr
De eerste pagina van het R.K. trouwboek
Pastoor Petrus Siby (1733 - 1756) was van grote
betekenis voor de roomskatholieke gemeenschap in
Schagen. Deze rijke apothekerszoon uit Westzaan
besteedde gedurende de 23 jaren van zijn pastoraat
veel geld aan de aankoop van huizen en grond aan het
einde van de Hoogzijde en het begin van de
Molenstraat waar een nieuwe R.K. kerk werd
gebouwd. Deze kerk voorzag hij van de prachtige
Antwerpse preekstoel die nog te bewonderen is, een
orgel dat later vervangen is en fraai altaarzilver dat
helaas verkocht is.
Bij zijn parochiewerk werd hij geholpen door klopjes,
vrome - meestal ongehuwde - vrouwen, die de
gelovigen waarschuwden met klopsignalen als er een
verboden dienst in een schuilkerk werd gehouden.
In 1742 waren dit Anna Gerrets, Aaltje Schippers en
Grietje Cornelis die dicht bij de kerk aan de Hoogzijde
woonden. Hun naam komt regelmatig voor als getuige
in de doop- en trouwboeken.