LIEDEREN VAN MISDAAD. r r 1 p r «Ni J J 1 slf 6 i k 1J J J 1 J 81. KOMT VRIENDEN, LUISTERT NAAR DIT LIED. I f r r r _P> N Z Komt vrjerj.<lm, luo.lcrt Tiaar \;a ,yai ik. tx klitrjiit tal ver. ba-Icn,'Wot loal/( iti «5cha - ^e-n ii «c^itd j Hot dat ttn fJ> h J? I i itmcd* kan dwa - He>t 4a! men \?oos.wic\\l steeds har dwa Itn 1. Komt vrienden, luistert naar dit lied, Wat ik u hieruit zal verhalen, at laatst in Schagen is geschied, Hoe dat een booswicht steeds kan dwalen, {bis) 2. Een dubb'le moord met ruw geweld Deed daar de wreedheid krachten geven. Het was begeerte naar het geld, Twee vrouwen kostte het hun leven, {bis) 3. Een goede vrouw was onbewust an het kwaad dat daar zou komen; Een meisje lag in zoete rust Wellicht van levensvreugd te droomen. {bis) 4. Toen sloop de boosheid om hun woon, Door hebzucht aangedreven. Het was een daad van snoodaards toon, Twee vrouwen kostte het hun leven, (bis) Melodie en tekst: D. B. Misschien is het lied in West-Friesland ontstaan en werd het door middel van 19e-eeuwsche losse blaadjes verspreid. De melodie lijkt op die van „Colijn, een brave boerenzoon", (zie Wouters en Moormann I pg. 53). 5. Hoe kunnen er zulke menschen zijn, Die om het geld hun boosheid roemen. De hebzucht maakt het hart zoo klein, Nog erger dan een beest te noemen, (bis) 6. 't Geheele Schagen was in rouw En zal dien dag niet licht vergeten: Een dubb'le moord al bij die vrouw, Zooals men hier en elders weto. (bis) 7. Maar nu die snoodaard is gevat, Het was de wensch, dien wij begeeren. Want zulk een daad in dorp of stad Daar moet het recht steeds voor regeeren. (bis) Nieuw Lied van den Moord te Schagen. DE KLACHT IN DE GEVANGENIS van den jeugdigen moordenaar Nicolaas Boes. (Wijze: Martha) Ach, hoe duister zijn deez' muren, O, wat valt dit lot mij zwaar. Hoe lang moet ik dit wel verduren? Dat God mij voor 't lijden spaar. Mijn schuld kan ik niet meer ontkennen, Een ieder vloekt een moordenaar, Ik moet mij aan mijn lot gewennen, Een ieder noemt mij een barbaar. Deze klacht van een gevangene (een bekend liedgenre) was te pathetisch en vooral te vervelend om opgang te maken. Het lied leeft niet meer in den mond van het volk, wellicht was het nooit populair. Het andere echter werd V. met verve uit het hoofd voorgezongen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1996 | | pagina 9