13
;>k pag. 11
vuilde
malige
v.m. de
crrein
iren hier
denier en
Ak&erman,het nutfte werk wordt van u verricht:
Alleswat ons voedt en dekt, zjn we aan u verpligt
Letter A van het
Vaderlandsch
A-Bboek voorde
Nederlandsche
jeugd.
J.H. Swildens, 1781.
Ets naar P.
Wagenaar den
Jongen door L.
Brasser
Atlas van Stolk
Na de Tarwewet (1931) en een groot aantal andere crisiswetten bleken de
problemen hardnekkiger dan de overheid aanvankelijk vermoedde. Met de
Crisis-Iandbouwwet (1934) kreeg de overheid vergaande bevoegdheden met
betrekking tot de agrarische productie, en dan met name de beperking
daarvan. Vooral akkerbouwers met kleine bedrijven waren de dupe van de
teeltbeperkingen. De overheid nam daarnaast maatregelen om de
concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te versterken.
Rond 1937 trad er enige verbetering op In de situatie van de akkerbouwers.
De prijzen begonnen weer te stijgen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
ontstond er een schaarste aan akkerbouwproducten en werd het noodzakelijk
om de agrarische productie te stimuleren. Weideland werd gescheurd ten
behoeve van de teelt van graan, aardappelen en koolzaad. Naarmate de oorlog
langer duurde, ontstond er gebrek aan paarden, kunstmest, brandstof en
onderdelen voor landbouwmachines.
Na de oorlog kwam de ontwikkeling van de landbouw in een
stroomversnelling. De agrarische productie werd geïntensiveerd en steeg
aanzienlijk. Door schaalvergroting en verdergaande mechanisering nam het
aantal personen dat werkzaam was in de landbouw zeer snel af. De landbouw
veranderde van karakter. De nadruk lag niet langer op vergroting van de
productie per hectare, maar op vergroting van de productie per mens-uur."
De uitbreiding van de tuin- en akkerbouw was in Schagen niet blijvend. In
1960 werden op 53 hectare tuinbouwgewassen en op 153 hectare
akkerbouwgewassen verbouwd. De weidegronden waren toen 1295 hectare
groot.