22
In de eerste helft van de twintigste eeuw namen machines langzamerhand het
werk over. Tijdens de crisisjaren was de werkloosheid onder de landarbeiders
groot. Na 1945 nam het aantal personen dat werkzaam was in de landbouw
zeer snel af. De meesten hoefden echter geen beroep op de armenzorg te
doen, want andere sectoren boden nu ruimschoots werk. De nadruk in de
agrarische sector lag niet langer op vergroting van de productie per hectare,
maar op vergroting van de productie per mens-uur.5
Bronnen
Gemeente-archief Schagen: Gemeenteverslagen 1850 t/m 1930, inventaris
nummers 220 t/m 232: Notulen gemeenteraadsvergaderingen
18 december 1939 - 17 februari 1948.
Gemeente-archief Barsingerhorn: Gemeenteverslagen 1849 t/m 1899:
brievenboek 1893-1900
Rijksarchief Noord-Holland: archief van de Vereniging tot ontwikkeling
van de Landbouw in Hollands Noorderkwartier 1871 - 1940.
In 1925 werden er nog
paarden gebruikt bij het
diepploegen.
Hier wordt bollenland aan
de Middenweg in Breezand
bewerkt.
Noten
1. Th. van Tijn, in: .l.C. Boogman c.a., Geschiedenis van het moderne
Nederland. Politieke, economische en sociale ontwikkelingen. Houten
1988, p.42.
2. Een vergeten hoofdstuk. Blanke Slaven. Supplement op het historisch
gedenkboek "Eene halve eeuw" 1848-1898, Premie van "Het Nieuws
van den Dag". Met teekeningen van Jan de Waardt. Amsterdam, 1898,
p.41-42.
3. Jan Lucassen, Naar de kusten van de Noordzee. Trekarbeid in Europees
perspectief, 1600-1900. Gouda 1984, p.237-242.
4. Th. van Tijn, in: J.C. Boogman e.a. (1988), p.197-198.
5. Jan Bieleman, Geschiedenis van de landbouw in Nederland 1500-1950.
Veranderingen en verscheidenheid. Meppel/Amsterdam 1992,p.224-230.