14
Opgesloten in de toren
De verklaring mocht echter niet baten. Tot verbazing en ergernis van de
Schager gemeenschap was IJsbrand op 11 oktober al weer terug in Schagen
waar zij hem "wederom als voorheen op de schandelijkste wijze beschonken
rond zien dwalen en allerlei ongeregeldheden zien plegen...De personen die
de verklaring tegen hem hebben afgelegd worden uitgescholden en bedreigd.
Burgemeester Walig klimt onmiddellijk in de pen en vraagt in een nieuwe
brief aan de rechtbank om spoedig afdoende maatregelen tegen IJsbrand
Buijen te treffen of minstens de burgemeester te adviseren welke maatregelen
deze kan nemen om van de lastpost verlost te worden.
Tijdens het schrijven van de brief gaat IJsbrand buiten zo te keer dat het
lawaai zelfs doordringt tot in de schrijfkamer van de burgemeester. In een
P.S. aan het einde van de brief schrijft burgemeester Walig: "Op 't sluiten
dezes geloof ik dat hij al wederom aan den gang is zoodat ik hem zoodra hij
op straat komt om enig rumoer te maken terstond zal laten oppakken
Hij voegt de daad bij het woord en laat IJsbrand opsluiten in de plaatselijke
gevangenis in de westelijke slottoren. Voorlopig is Schagen van een lastpost
verlost. Vijftien dagen blijft IJsbrand daar opgesloten onder bewaking van
Cornelis Bok4.
Met deze langdurige opsluiting pleegde de burgemeester een onrechtmatige
daad. De Schager gevangenis was een hulpgevangenis een zogenaamde
"maison de passage"(passantengevangenis) waar gedetineerden die
overgebracht werden van Den Helder of Texel naar Alkmaar konden
overnachten. Ook plaatselijke raddraaiers, dronkelappen, landlopers en andere
verdachten konden hier opgesloten worden, maar slechts voor één of twee
nachten. Daarna moesten zij worden vrijgelaten of overgebracht worden naar
Alkmaar.
Zuinige bestuurders
Dat men zich in het geval van IJsbrand Buijen niet aan de regels had
gehouden kwam aan het licht door de zuinigheid van de Schager bestuurders.
Zoals gebruikelijk werden de kosten voor het levensonderhoud van de
gevangenen gedeclareerd bij de "Generale aannemer" een particulier die de
zorg voor de gevangenen had gepacht. Uit de declaraties over de laatste twee
maanden van 1815 bleek dat IJsbrand langer opgesloten was geweest dan de
wet toestond. In januari krijgt het gemeentebestuur dan ook een brief van de
officier te Alkmaar waarin deze zijn verwondering uitspreekt over de lange
detentieperiode en om opheldering vraagt.
Burgemeester Walig schrijft dan: "...dat de reden van Buijens vijftien daagse
detentie alhier nergens anders aan toe te schrijven is dan aan de
correspondentie gedurende dien tijd met Uw Ed. Gestr. ten einde te
beraadslagen wat met hem zouden worden aangevangen, en op het berigt van
zijne wanbedrijven schrijven geen order ontvangen hebbende noch om hem
op te zenden noch om hem los te laten zoo hebben wij hem maar zo lang in
bewaring gehouden ten einde intussen geen of meerder kwaad te kunnen
doen.
Of de officier genoegen heeft genomen met dit antwoord vermeldt de historie
niet.
Stookverbod
Het gemeentebestuur blijft zoeken naar middelen om IJsbrand onder de duim
te krijgen en verlost te worden van deze man met zijn onmaatschappelijk
gedrag. Dat hij er financieel slecht voorstond wist iedereen in Schagen. In
1815 was notarieel5 vastgelegd dat t.z.t. de Rode Leeuw voor f800.- over zou
gaan naar IJsbrands broer Jan Buijen grutter in Purmerend6. Veel eigen bezit