Literatuur
vormde kerk had een inhoud van 80000 liter, maar in perioden van grote
droogte was er toch te weinig drinkwater. De gemeente besprak in 1895 de
wenselijkheid van het boren van een artesische put, maar daarbij bleef het
voorlopig nog even bij. Wel werd in 1896 de drinkwatervoorziening ver
beterd door de plaatsing van een tweede regenbak van 16000 liter inhoud bij
de hervormde kerk, aangezien "de wenschelijkheicl van een ruimeren water
voorraad zich bij groote droogte meermalen deed gevoelen". De afdeling
Schagen van Het Witte Kruis schonk hiervoor een bijdrage van ƒ100.
Ondanks alle aandacht voor de kwaliteit van het drinkwater, gaf in 1903
slechts een van de drie pompen goed water, dat helder was en goed van
smaak. De gemeente besloot daarom in 1905 een diepwelput te laten boren,
midden in de kom der gemeente, maar helaas: door het hoge zoutgehalte
bleek het water niet geschikt als drinkwater. Het pomp- en putwater, in 1903
nog goed van smaak, was in 1911 reukloos en voldoende helder, maar on
drinkbaar en het welwater was eveneens helder en reukloos, maar zout. Het
vaart- en slootwater, dat altijd reukloos was geweest, was in 1912 'onwelrie
kend' en de smaak was zout. Om de drinkwaterproblemen op te lossen werd
een regenwaterbak met een inhoud van 60000 liter bij de katholieke kerk ge
plaatst.
Bij de aanhoudende droogte in 1921 bleek de drinkwatervoorziening door
middel van regenwaterbakken onvoldoende. Drinkwater moest per trein aan
gevoerd worden. Het vee werd gedrenkt met speciaal hiervoor aangevoerd
putwater, dat voor mensen niet drinkbaar was. De gemeente vond dat er nu
eindelijk afdoende maatregelen moesten worden genomen om in de drinkwa
terbehoefte van de bevolking te voldoen en besloot tot aansluiting aan de
provinciale waterleiding. De verplichting tot aansluiting van de gebouwen in
de bebouwde kom werd in de bouwverordening opgenomen. Het leggen van
de waterleidingbuizen werd in 1923 voltooid. Later werd het waterleidingnet
verder uitgebreid en kwam er een einde aan cle drinkwaterproblemen. Op
Tjallewal werd het drinkwater echter nog lang bezorgd door een watertank
wagen van de gemeente. In de oorlog werd dit tijdelijk onderbroken, omdat
de wagen door de Duitsers gevorderd was. Nadat de gemeente de wagen be
gin 1946 terugvond in Callantsoog, werd de waterbezorging hervat.
Bronnen
Gemeente-archief Schagen: Gemeenteverslagen 1851 t/m 1930; Notulen gemeente
raadsvergaderingen 18 december 1939 - 17 februari 1948.
Gemeente-archief Barsingerhorn: Gemeenteverslagen 1849 t/m 1899.
Uitkomsten der Tienjaarlijksche Volkstellingen, Provincie Noord-Holland. Den Haag
1853,1864, 1873,1881, 1891 en 1901.
Algemeene Statistiek van Nederland. Beschrijving van den maatschappelijken toe
stand van het Nederlandsche volk in het midden der negentiende eeuw, eerste
deel. Leiden 1870 en 1873, p. 364 en p. 367.
Kooij, P., 'Stad en platteland', in: F.L. van Holthoon (red.), De Nederlandse samenle
ving sinds 1815. Assen/Maastricht 1985, p. 93-115.
Loo, L. Frank van, Armelui, armoede en bedeling te Alkmaar, 1850-1914. Bergen
1986.
Meere, J.J.M. de, Economische ontwikkeling en levensstandaard in Nederland gedu
rende de eerste helft van de negentiende eeuw. Aspecten en trends. Den Haag
1982.
Tijn, Th. van, 'Het sociale leven in Nederland', in: J.C. Boogman e.a., Geschiedenis
van het moderne Nederland. Politieke, economische en sociale ontwikkelingen.
Houten 1988, p. 28-54, p. 193-228 en p. 277-301.
Woude, A.M. van der, 'Bevolking en gezin in Nederland', in: F.L. van Holthoon (red.),
De Nederlandse samenleving sinds 1815. Assen/Maastricht 1985, p. 19-70.
20