voor
t
De kerk na de brand.
De kerkebrand
In 1895 werd Schagen getroffen door een grote brand die de kerk volledig
in de as legde. Zestig jaar later herdacht de Schager Courant deze
gebeurtenis met het volgende verslag.
"Donderdag 29 augustus 1895 was een vrij winderige dag. De loodgieter
L. Spiering was op de zuidzijde van het dak nabij de kleine toren aan het
werk, toen omstreeks vijf uur de brand werd ontdekt. Het dak brandde
spoedig als een fakkel. Aanvankelijk was er nog enige hoop, dat de toren
zou kunnen worden behouden, doch het werd de bezoldigde en vrijwillige
brandweer van Schagen (bestaande uit leden van de gymnastiekvereniging
"Lycurgus") snel duidelijk, dat het vuur ook vat zou krijgen op de toren.
De ontzettende hitte en de door de wind voortgedreven vonkenregen
dwongen bovendien de met een simpele handpomp uitgeruste
brandweerlieden alle krachten te wijden aan het behoud van de aan de
noord- en oostzijde van de brandende kerk staande huizen en gebouwen.
Huizen, bewoond door de heren Roggeveen, Ph. de Heer, Dekker, Meurs,
Stove, Muijs, Ter Linden, C. Bakker, C. Huiberts en C. Zijdewind, en een
aantal gebouwen in de Nieuwstraat hadden het kwaad te verantwoorden.
Neervallende vonken veroorzaakten herhaaldelijk een begin van brand.
Toen de toren in vlammen was gehuld, bestond er ook vrees voor
omvallen van de steenmassa. De nu acht en tachtigjarige heer G. Glastra,
destijds bij de brandweer en iemand, die de ramp van begin tot eind
meemaakte, wist zich nog te herinneren dat de ontvanger van de
belastingen de heer Verhoef (het belastingkantoor was toen gevestigd in
het gebouw, waarin thans de Middenstandsbank zetelt)4 zij paperassen in
een woning aan 't Noord in veiligheid bracht. De echtgenote van de
dierenarts Muijs (wonend in het tegenwoordige gebouw van de RLVDf
werd met haar enkele dagen oude baby naar 't Noord gebracht.
De brand beperkte zich echter tot toren en kerk. De toren viel niet om: de
spits viel tenslotte rechtstandig omlaag. Dat was om half zeven. Om haf
zes had de klok nog geslagen, terwijl ook zes uur nog een slag werd
gehoord. Brandspuiten uit St. Maarten, Barsingerhorn en Haringhuizen
waren te hulp gekomen zodra zij in hun gemeenten de brand in Schagen
zagen. "Die handeling zo kon men in de krant lezen, "tegenover
Schagen strekt onze Buren tot eer en getuigt van welwillende en
vriendschappelijke gezindheid jegens onze gemeente".
9