Eind 1944 is hij uit het kamp "ontsnapt" door mee te rijden met een Rode
Kruis auto. Hij is toen naar het militaire hospitaal in Den Haag gebracht en
heeft daar een tijdje gelegen. Vanuit dit hospitaal is hij lopend naar
Schagen teruggegaan.
In 1945 is hij weer opgepakt, ditmaal in Haarlem. Vandaar werd hij naar de
gevangenis in Amsterdam gebracht, deze keer aan de Havenstraat. Hij heeft
daar ongeveer een week gezeten maar werd vrij plotseling weer vrijgelaten.
Hij is toen lopend van Amsterdam naar Haarlem gegaan en trof zijn fiets nog
aan bij het pand waar hij gearresteerd was! Hij ging dus op dezelfde fiets
weer terug naar Schagen.
Direct na de bevrijding heeft hij ordonnanswerk gedaan voor de BS
(Binnenlandse Strijdkrachten).
Na de oorlog heeft hij jarenlang een radio- en tv-zaak met aanverwante
artikelen gehad op de Gedempte Gracht in het pand waar nu Scheer en
Foppen zit. In de oorlog was daar een winkel van de Velo gevestigd waar
men allerlei zaken verkocht en ruilde zoals meubilair, fietsen etc. De eige
naar heette Kaandorp. Achterin deze zaak was een dependance van het
arbeidsbureau gevestigd.
MEVROUW SNAAS-KUYS
Zij is geboren in 1925 en woonde in de oorlog in Anna Paulowna aan de
Molenvaart. Haar vader was commissionair in bloembollen. Het gezin had
9 kinderen. In de oorlog toen haar vader geen werk meer had moesten er
andere inkomsten worden gezocht. Omdat men in een groot huis woonde,
werden gedeelten hiervan verhuurd aan Helderse evacuées. Toen de Duitsers
het huis wilden vorderen ging dat gelukkig niet door omdat er zoveel mensen
in woonden die dan op straat zouden komen te staan.
Wel moest mevr. Snaas aan het einde van de oorlog voor de Duitsers gaan
werken. Aan de middenweg te Breezand was een soort noodhospitaal in een
stolpboerderij. Ze moest daar schoonmaakwerkzaamheden verrichten. Ze
kreeg hier wel voor betaald! Het geld moest ze ophalen in de Ortscomman-
dantur. Ze heeft dit werk ruim een maand gedaan.
Haar vader was niet bang voor de Duitsers. Dat blijkt uit het volgende
verhaal: ze hadden thuis een accordeon die de Duitsers wilden inpikken. Haar
vader zei dat ze de accordeon wel mochten gebruiken doch om en om met
de familie; de ene dag de Duitsers, de volgende dag de familie. De Duitsers
gingen hiermee accoord
Ook had haar vader een varken achter het huis. Als dit vetgemest was werd
het snel omgeruild voor een jong mager exemplaar. Als de Duitsers dan
kwamen werd hen te kennen gegeven dat het nog wel enige tijd kon duren
voordat het varken dik genoeg was om opgegeten te worden. Het dikke
varken was dan inmiddels al wel geslacht en opgegeten
Mevr. Snaas kan zich nog herinneren dat bijna alle bomen aan de Molenvaart
in de winter van 1944 werden gekapt; het hout werd opgestookt in de nood-
kacheltjes. Zeep maakte men zelf van lijnzaad. Groenten werden verbouwd
in de moestuin en zonodig "geweckt" als men van een bepaalde soort teveel
had.
Van de bevrijding kan ze zich nog de feesten herinneren in café restaurant
Vreeburg en in diverse boeren schuren. Ze heeft vlak na de oorlog met haar
zussen nog z.g. bevrijdingsrokken gemaakt. Haar rok heeft ze geschonken
aan het Regionaal Museum 1940-1945 te Schagen.
19