Bijna was het een keer misgelopen. Mevrouw Gosselaar kwam een keer in gesprek met een van deze officieren. Tijdens het gesprek bleek dat ze uit dezelfde stad, Tessen in Duitsland, kwamen. Hij waarschuwde haar toen voor een officier uit Berlijn. Toen de bezetting van het kamp, na Dolle Dinsdag (1944), voor het grootste deel vertrokken was kon de heer De Ruyter nog mooi even zijn slag slaan door het "organiseren" van allerlei zaken uit het verlaten kamp zoals dekens, hout, eten etc. Later kwamen er toch weer Duitsers terug die o.a. werden ondergebracht in de Katholieke Lagere School. Tijdens de bevrijding in 1945 was de heer De Ruyter ook nog in 't Zand. Hij herinnert zich wel de lange rijen voertuigen die via de oude weg langs het Noordhollands kanaal richting Den-Helder gingen. Hij heeft niet zo met de bevrijdingsfeesten meegedaan daar hij en zijn vrouw daar niet zo van hielden. De familie Gosselaar is na de bevrijding met een melkwagen teruggegaan naar Amsterdam. Na de oorlog is er altijd contact met hen geweest tot hun overlijden. De heer De Ruyter is na de oorlog jarenlang buschauffeur geweest bij de NACO, later NZH.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1995 | | pagina 17