Jaarverslag 1994 Werkgroep Bouwgeschiedenis
Kontaktpersoon:
M. W.J. Gielens
Kerkstraat 57
1738 BJ Waarland
02262-1755
De werkgroep bouwgeschiedenis bestaat uit vijf personen: Jan Eich-
horn, Maikel Gielens, Marjorie Pigge, Liesbeth Rohne en Klaas van
Schoneveld. We komen een keer per week, meestal op woensdagavond,
bij elkaar in het verenigingsgebouw.
De werkgroep heeft inmiddels alle belangrijke panden in Schagen van
voor 1940 gefotografeerd en is nu bezig met het beschrijven ervan. We
doen dit aan de hand van een uitgebreid formulier, waarin onder meer
aandacht wordt besteed aan de bouwstijl, de gevels, het metselverband,
de raamindeling, de raamomlijsting, de dakvorm, de dakbedekking en
bijzonderheden, zoals siermetselwerk, siei-muurankers en gevelstenen.
Nadat we het formulier hebben ingevuld geven we het pand een clas
sificatie: waardevol, minder waardevol of niet waardevol. Of we het mooi
of lelijk vinden doet er niet toe. (Dat is soms wel moeilijk!) Waardevol is
een pand als het gaaf of bijna gaaf is, dus als het zich in min of meer ori
ginele staat bevindt. Stolpboerderijen krijgen sowieso het predikaat
waardevol. Soms zijn de gevels van stolpboerderijen weliswaar niet meer
in originele staat, maar de hoofdvorm is dat meestal wel.
Als we een flinke stapel formulieren hebben ingevuld maken we een
selektie uit de waardevolle panden. De geselekteerde formulieren gaan
naar de gemeentelijke werkgroep monumenteninventarisatie, waarin
twee leden van de werkgroep bouwgeschiedenis zitting hebben.
De gemeentelijke werkgroep monumenteninventarisatie, die be
gin 1995 is opgericht, bekijkt de geselekteerde panden op architectoni
sche waarde, historische waarde, architectuur-historische waarde, stede-
bouwkundige of landschappelijke waarde en stedebouwkundig-histori-
sche of land schappelijk-historische waarde. Daarbij is met name de ar
chitectonische waarde belangrijk. Gelet wordt op de verhoudingen, het
voorkomen van bijzondere bouwvormen, het materiaalgebruik, de relatie
met bepaalde bouwstijlen of bouwwijzen en kenmerkende elementen uit
het werk van een bekende architect. Ook belangrijk is de mate waarin
het bouwwerk beeldbepalend is voor de direkte omgeving en het omge
ving-ondersteunende aspekt. Als een pand op grond van deze criteria op
de monumentenlijst wordt geplaatst zal niet alleen het pand zelf, maar
zullen ook wijzigingen in de omgeving betekenis kunnen hebben voor de
historisch-culturele band met het verleden. Het derde criterium is de de
taillering van het pand, dus of het geveltekens, gevelankers en andere
ornamenten heeft. Het laatste criterium is de historische waarde van het
pand. Dit punt kan van belang zijn bij stolpboerderijen die zich niet
meer in de originele staat bevinden.
De gemeentelijke werkgroep monumenteninventarisatie zal de ge
meenteraad een voorstel doen voor het plaatsen van een aantal panden
op de gemeentelijke momumentenlijst. Helaas zullen daar niet alle be
langrijke panden op kunnen worden geplaatst. Panden die niet op de mo
numentenlijst komen, maar toch belangrijk zijn, komen op een aan-
dachtslijst.
Bij de Historische Vereniging zijn klachten binnengekomen van enkele
verontruste leden die zich afvragen waarom de gemeentelijke werkgroep
monumenteninventarisatie wel naar het huis van hun buren is komen
kijken en hun huis heeft overgeslagen. Het kan natuurlijk zijn dat de
werkgroep bouwgeschiedenis hun pand wel heeft beschreven, maar niet
heeft geselekteerd. Het is echter waarschijnlijker dat wij het betreffende
Zie verder op blz. 9