Schagen geen navolging. Binnen de hei-vormde kerk ontstond wel een
rechtzinnige stroming, de evangelisatievereniging Bethel, die een eigen
predikant had en zich in 1923 vestigde in de voormalige bioscoop in de
Landbouwstraat. De tweede belangrijke bevolkingsgroep waren de
rooms-katholieken, gemiddeld bijna 30% van de bevolking. Hun aantal
nam tegen het einde van de negentiende eeuw iets af, maar dit herstelde
zich in de eerste helft van de twintigste eeuw.
De overige gezindten vormden in Schagen een kleine minderheid, waar
binnen de doopsgezinden een meerderheid vormden. Het aantal doopsge
zinden was landelijk te verwaarlozen. In Schagen was 5 a 6% van de be
volking doopsgezind. Dit percentage was weliswaar hoger dan het lande
lijke gemiddelde, maar lager dan in Barsingerhorn, waar de doopsgezin
den direkt na de hervormden, maar dan wel op een flinke afstand, de be
langrijkste bevolkingsgroep vormden: ongeveer 10% van de bevolking.
Sinds 1828 waren de Friese en Vlaamse doopsgezinde gemeenten vere
nigd tot één doopsgezinde gemeente Barsingerhorn, Kolhorn en Wierin-
gerwaard met één predikant. De gemeente beschikte over een kerk aan
de Heerenweg in Barsingerhorn en een kerk aan de Kreil, even buiten de
gemeentegrens van Barsingerhorn aan de noordkant van de West friese
dijk.
Aangezien de Schager doopsgezinden niet over een eigen kerk be
schikten, bezochten zij een van deze twee kerken. In de loop van de twin
tigste eeuw nam het aantal doopsgezinden in Schagen af.
Hft» m
De bioscoop aan de
Landbouwstraat werd in 1923
overgenomen door de evange
lisatievereniging Bethel.
16