De inval tier Engelschen in het jaar 1909, of do heldendaden der Witte Sociëteit. (Eene geschiedkundige herinnering). Voorgedragen op den Feestavond van 24Februari 1900 en op verzoek voor de leden der Sociëteit uitgegeven. (Niet in den handel). De strijd der Boerenrepublieken Was naar Oom Faul's gebed beslecht De lauwerkrans der overwinning Werd om zijn hoogen hoed gelegd. Eu Nederland, trotsch op zijn neven, Zag, wat voor kracht ligt in 't geweer, En riep „Komt, loeren wc ook zoo schieten, „Dan naakt ons nooit een vijand meer!" Als paddenstoelen rezen banen Voor 't schieten op, op Neèrland's grond, In minder dan een jaar, menecron, Leek 't Vaderland één schuttersbond. De Witte had een eigen schietbaan, Vlak langs den Lagedijker weg. Vóór stond een schijf op duizend meters, Aan elke zijde stond een heg. liet schot der onzen was zóó zeker, Dat niemand bang was om te gaan, Ook tijdens het allerhevigst oef'nen, Met vrouw en kind langs onze baan. De roos te raken was het minste, Dat kon een ieder, man voor man Men schoot ge weet het, mijne heereu De letters van zijn eigen van. Eens als een antwoord op een briefje Schoot d'oud-gediende Roggeveen Met snelvuur op een boom ten mijnent Heel van ten zijnent 't woordje „neen!" i Zóó toegerust mocht Neerland zeggen „Ik ben het strijdbaarst volk ter aard „Mijn enk'le duizendtallen schutters „Zijn meer dan tien divisies waard." Toch Eng'land durfde ons trotsceren. We waren voorbereid Goddank Het was jaloersch en wou zich wreken Oni Zoutman's slag bij Doggersbank. Het deed een inval in de duinen, Verraderlijk bij Callantsoog, En trachtte stellingen te winnen Om en terzij van Valkoog. Muijs, Piet .Joubert der Rchager schutters, Berichtte het onzer Koningin, Maar seinde tevens „Onze Witte „Neemt hier een vaste stelling in De Engelschen, lord Roberts' troepen, Beproefden onder Buller's oog 't Kanaal te nemen bij de Stolpen, Een drie kwartier van Callantsoog. Muijs had De Pater en Jo Govers Als posten daar vast uitgezet. Hooioppers, dienden hun als „kopjes". De overtocht moest daar belet. Die strijdmacht was niet groot te noemen, Maar 't goed gericht, afwiss'lcnd vuur, Belette toch bet overtrekken Voor langer nog dan veertien uur. Toen trokken Govers en De Pater Heel langzaam achteruit, terug. Lord Roberts bracht zjjn beste troepen In stelling nabij Schagerbrug. Maar hier was 't halt voor goed gesproken, Want achter den Westfriesehen dijk, Daar lag de V itte, dreigend sprekend „Voor verder is de brug mijn lijk!" Daar lagen Herman, Ressing, Asjes, De Gier en Nobel, Van der Wal, De Ileeren Feisser en Van Rossom, De bloem van Schagen's heldental. Daar lagen Trapman, Van der Maaten, C. Visser, vriend in nood en ramp, En Roggeveen, de zadelmaker, In „langer" bij hun wagenkamp. „Hier valt geen koeren!" sprak de Dokter, Toen Ritman zijn verbandlost bracht, „•Wiit wonden de Engelschen ook schieten, „Ik heel ze, vrienden,' dag en nacht!" 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1995 | | pagina 27