19 In soortgelijke situaties dreigen de leengoederen altijd weer aan de grafelijkheid te vervallen. Daarom vraagt, en krijgt, Christoffel, als curator, aan het Hof van Holland toestemming van handelen, een zgn. willige condemnatie. Hoe lang deze situatie zo heeft voortgeduurd, weten we niet. Op 21 december 1548 sterft heer Willem in het slot van Schagen. Zijn opvolger, zijn zoon Jan, is dan nog maar 4 jaar oud, zodat zij moeder jarenlang als voogdes moet optreden. In die hoedanigheid staat zij voor de taak in deze toch al moeilijke situatie de belangen van zowel haar kind - de erfopvolger - als haar eigen belangen naar behoren te behartigen. Kennelijk gaat het haar goed af, want het archief meldt geen ingrijpende, langlopende problemen. De eerste verkoping. Honderd jaar en drie generaties Van Beijeren van Schagen later vindt het onvermijdelijke dan toch plaats. De financiële positie van de danmalige heer van Schagen, Willem van Beijeren van Schagen, is zo slecht dat ditmaal van een reddingsoperatie geen sprake kan zijn. Op verzoek van Willems oom Diederik van Beijeren van Schagen, vrijheer van Oud- en Nieuw-Goudriaan, en van ene Agnita van Delft dient procureur Willem van Ravensteijn in 1651 bij de Raad van Holland een verzoek in om ten gunste van de schuldeisers over te mogen gaan tot verkoop van de heerlijkheden en andere leengoederen van heer Willem. Alhoewel de bedoelde schuldeisers nergens met name worden genoemd, mogen we veronderstellen dat het hier genoemde Diederik van Beijeren van Schagen en Agnita van Delft betreft. In persoonlijke, genealogische aantekeningen noemt deze Diederik van Beijeren van Schagen een schuldbcdrag van bijna 400.000 guldens. In een brief aan de Raad van Holland doet deze zelfde Diederik nog wel een poging om de heerlijkheid toe te voegen aan zijn bezittingen. Hij beroept zich daarbij op de familieband, zodat het leengoed 'binnen de familie' kan blijven, maar laat daarnaast duidelijk merken dat hij er geen geld voor over heeft. De Raad van Holland gaat danook niet op zijn verzoek in en beslist uiteindelijk dat tot verkoop van de heerlijke goederen van heer Willem dient te worden overgegaan.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1995 | | pagina 23