De grafkelder
van de Heren en vrouwen van Schagen
met aanvullende genealogische informatie over de
bijgezette leden van de familie Van Beijeren van Schagen
6
door F.Timmer
Inleiding
Onder het koor van de Ned.Herv.Kerk op de Markt die in 1895 helaas is
verbrand bevonden zich de grafkelders van de familie Van Beijeren van
Schagen. Op 23 september 1820 zijn deze kelders - na ruim 100 jaar
gesloten te zijn geweest - op last van de overheid geopend.De bekende
Schager cipier, schrijver en schilder Cornelis Bok was hierbij aanwezig
en illustreerde zijn verslag met tekeningen. Het oorspronkelijke verslag
inclusief de tekeningen dus - heeft hij afgestaan aan het
heerlijkheidsarchief en is tot op heden spoorloos. Wij kunnen slechts
beschikken over een afschrift
In de tekst - die in de spelling is aangepast aan de huidige normen -
wordt in cursief nadere informatie gegeven over de genoemde leden van
de familie Van Beijeren van Schagen.
Verslag wegens het openen der graf-kelderen behorende aan de Hoog
Adelijke Familie van de Heren van Schagen in het koor der
Gereformeerde Kerk te Schagen
door C.Bok
Het was op de 23e der maand september des jaars 1820 dat op hoge
order deze rustplaatsen der doden geopend moesten worden Daar
dezelve meer dan de leeftijd van twee geslachten niet geopend waren
geweestscheen de rechte ingang tot dezelve aan niemand bekend te
zijn dan men vermoedde dezelve onder ene grote rode zandsteen te
zijn Plaat 1, Figuur 1).
Deze dan opgeheven zijnde ontdekte men een stenen verwulf.
Nu kwamen het Heeren opzienderen gevoeglijk voor hier ene kleine
opening te maken en om dat men door dit middel de ware ingang
hoopte te ontdekken maar tevens om wanneer er onverhooptzich
ene schadelijke lucht uit deze gewelve mocht verspreiden men
dusdanige opening gemakkelijker weder terstond konde stoppen dan
ene ruimere ingang. Deze opening dan gemaakt zijnde, ontwaarde men
niet de minste onaangename luchte maar een stik donker holwaar in
men niets onderscheidelijk konde zien en velen tuurden om in te zien
veel minder zich in neder te laten.
Dan terstond waagden het twee lieden zich daar in te doen neder
zakken Daar nu den schrijver van dit verslag en de afschetsen der
daar gevondene voorwerpen ene dezer twee eerste was vindt hij zich
ook in staat ene juiste afschetsing te leveren.)
Zie daar dan na verloop van bijna vijfvierde eeuw wederkerende in het
verblijf der hier rustende over wier stof eeuwen van onrust wentelden
zonder hunne rustte storen.
Het eerste wat men opmerkte was dat in stede van een muffe stank zich
hier veel eer ene hoewel zeer geringe specerei- geur verspreidde.
Nu werd hun door de huiverende nieuwsgierigen boven hunne hoofden
kaarslicht aangereikten daarna ontdekte zij in de zuidwest hoek der