Het opschrift luidt:
HIER RVSTEN D EDLE EN WELGEBOREN HEERE EN
VROUWE HEEREN JOHAN VAN SCAGEN VAN BEYEREN VRY-
HEEREN- TOT- SCAGEN- BARSINGERHOORNHARINGHUYSSEN OVDEN
EN - NIEVWEN GÓVDRIAEN - BVRGHHOORN COLHOORN ETCH -
STERFF DEN XVIII - FEBRVARY - MVIC ENDE XVIII - OVDT WE-
SENDE LXXIII JAEREN- ENDE- VROVWE- ANNA - VAN - ASSENDELFT-
SYN E - GEMAAL STERFF DEN - XII - NOVEMBER MVT' - ENDE - XXX-
OVDT - WESENDE - LXXXIII - JAEREN.
11
Uit het boek "Noord-Hollandse
oudheden" van 6. van Arkel en
A.U. Ueissman. 1891-1905
dekseltje van een klein houten doosje van grenen hout (Zie PI. 1 Fig.
22) nog geheel gaaf benevens een koperen ringetje. Nu wilde men dat
dit het lijkje zoude wezen van Willem Antonie zoontie van heer
Albrecht van Schaqen 9 in het jaar 1613 slechts 3 1/2 jaar oud
zijnde op het binnenplein van het slot van Schagen door een wit paard
dood geslagen en van welke men hetzelve na veel geleden te hebben
hier zoude zijn bijgezet en dat de beentjes welke uit de wonden waren
gekomen in een doosje mede in het kistje waren gegaan Ofschoon dit
den schrijver en om de grootte van het kistje en om het gebeurde niet
onaannemelijk voor komt,kan echter hier niets bewezen worden.
(.10.,.11)
Over het tweede en derde kinderlijkje valt met zekerheid niets te zeggen.
Wel wordtin de kroniek Batavia lllustrata van Goudhove vermeid dat op
19 oktober 1689 avonds bij het licht van flambouwen een nichtje van
Floris Carel van Beijeren van Schagen in de grafkelder is bijgezet.
Praalgraf te Schagen.