20 Naar alle waarschijnlijkheid zal het triktrak-bord in de "sael" door de adellijke familie zelf gebruikt zijn. Dat lijkt echter uitgesloten bij het triktrak-bord "boven de binnenpoort". Uit de inventaris blijkt dat dit vertrek waarschijnlijk in gebruik was als kantorruimte of schri j f kamer Uit ander bronnen weten we dat de rentmeester van de he ren van Schagen veelal kantoor hield in dit vertrek bo ven de binnenpoort. Blijkbaar heeft de man zo af en toe tijd en gelegenheid voor een spelletje triktrak ....met wie is onbekend. Triktrak is in het Nederlandse taalgebied al bekend van af de veertiende eeuw. Het wordt ook wel "kwaakbord" genoemd. Vooral in de zestiende en zeventiende eeuw treffen we het spel -getuige allerlei schilderijen en prenten- overal aan. Het spel combineert het kanselement van de dobbelstenen met de vaardigheid om de uitkomst van de worp zo gunstig mogelijk te gebruiken op het bord. Triktrak lijkt erg veel op backgammon dat wellicht even oud is. Beide spelen zijn nog steeds erg populair. Het spel Bij triktrak is het de bedoeling om 15 stenen over een bord met daarop 24 'punten'(driehoeken) te verplaatsen en ze daarna 'uit' te spelen. De zetten worden bepaald door het werpen met twee dobbelstenen, maar er kan geen steen worden geplaatst op een punt die al door twee of meer stenen van de tegen stander wordt bezet. Een enkele steen van de tegenpartij kan echter wel geslagen worden. Deze 'geslagen' steen moet eerst weer in het spel gebracht worden voor met een andere steen doorgespeeld mag worden. Elke punt kan bezet worden door net zoveel stenen als men wil. Er mag over andere stenen heen gesprongen wor den, behalve als zes opeenvolgende punten door de tegen stander bezet worden gehouden. Er wordt met twee dobbel stenen gegooid en er mogen een of twee stenen worden verplaatst. Als een speler bijvoorbeeld een drie en een vijf gooit, verplaatst hij een steen eerst drie. punten en daarna dezelfde steen of een ander vijf punten. Een worp van een en twee heet 'triktrak'. De speler mag dan twee maal een, tweemaal twee, tweemaal vijf en twee maal zes zetten en opnieuw gooien. Als men dubbel gooit, dan zet men eerst tweemaal het gegooide aantal ogen en daarna tweemaal het aantal ogen van de tegenoverliggende zijde van de dobbelsteen en daarna mag men opnieuw gooi en. Als een speler niet kan zetten verliest hij zijn beurt. Als alle stenen het laatste veld hebben bereikt, mag men 'uit' spelen, afhankelijk van het aantal ogen. bronnen "memoria van alle de meubilen, tegenwoordich op den Huyse van Schagen", inventaris van huisraad in het kasteel van Schagen; familie-archief Van Aerssen van Voshol, nr. 391, ARA Den Haag. J. Botermans e.a. -Timpen, hinkelen en pierebollen, spelen in de Lage Landen- Houten 1991.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1994 | | pagina 22