17
Tweemaal per dag vervoerde de trein, naast passagiers en
goederen, ook post tussen Alkmaar en Den Helder en de
tussenliggende stations en halteplaatsen.
De treinen passerden op twee plaatsen het Noordhollands
kanaal, n.1. bij Alkmaar en bij Koegras; daar waren
enkelsporige bruggen gebouwd.
Pas anderhalf jaar later kon men per spoor, via Haarlem,
door naar Amsterdam, toen het baanvak ten zuiden van
Alkmaar werd geopend in mei 1867. Later kon men ook via
de Zaanstreek naar Amsterdam.
Toen de spoorlijn door de Zaanstreek klaar was, gingen
daar doorgaande stoomtreinen rijden. Later, in mei 1931,
werd de lijn tussen Alkmaar en Amsterdam geelectrifi-
ceerd. In Alkmaar moest dan worden overgestapt om verder
te reizen naar Den Helder.
Op het traject Alkmaar - Den Helder is nog lang op stoom
gereden. De eerste dieselelectrische locomotief reed er
op 7 januari 1951. De stoomtractie werd in februari 1957
afgeschaft; alleen de zondagavondse "Matrozenexpresse"
naar Den Helder was nog een tijdje stoomtrein.
In 1957 werd er een begin gemaakt met het plaatsen van
de masten voor de bovenleiding (800 in totaal). Voor de
bovenleiding zelf werd 250 ton koperdraad gebruikt.
Er werd electrisch gereden vanaf 31 mei 1958.
Tijdens de electrificatie werd de enkelsporige draaibrug
vervangen door een tweesporige ophaalbrug en werd het
traject Alkmaar - Heerhugowaard tweesporig.