Wed. Johs. Denijs, in GOUDEN en ZILVEREN werken, Speciale inriÈii voor verplat, verzilverini ea raittelii komsten voor de meeste Schagenaars: als zij zelf geen boer waren, werk ten ze bij een boer of in opdracht van een boer. Voor kruideniers en ma nufacturenwinkels waren dit zeer moeilijke jaren. Dit gold in nog veel sterkere mate voor de vele kleinere winkeliers. Deze maakten ook als de economische omstandigheden gunstig waren al weinig winst. JUYVEELEN, KORALEN, HORLOGES, PENDULES, REGULATEURS, WEKKERS, BAROMETERS, THERMOMETERS, enz., enz. Ruime collectie BRILLEN en PINCE-NEZ. Slcparaticn en het bijmaken van nieuwe' stukken aan bovengenoemde artikelen worden spoedig en net in eigen werkplaats uitgevoerd. van alïe lauislioudeïtjke artikelen, onverschillig van welk metaal zij zijn vervaardigd. ambachten en fabrieken Schagen had een stedelijker karakter dan de dorpen in de wijde omge ving, maar vervulde op het gebied van de ambachtsnijverheid geen spe ciale rol als centrumplaats. Ambachtslieden werkten gewoonlijk voor op drachtgevers uit het eigen dorp. De omvang van de ambachtsnijverheid was ook in Schagen voor het grootste deel afgestemd op de plaatselijke, voornamelijk agrarische behoeften, maar daarnaast vervaardigden en kele ambachtslieden luxe producten. Dit kwam in de buurdorpen vrijwel niet voor, aangezien er daar te weinig vraag naar dergelijke producten was. In deze categorie vallen de werkzaamheden van de klok- en horlo gemakers, de koek- en banketbakkers, de suikerbakkers en de zadel makers. De ambachten die in Schagen werden uitgeoefend waren voornamelijk timmeren, metselen, schilderen, smeden, kleermaken, schoenmaken en broodbakken. Daarnaast waren er ook koper- en blikslagers, kuipers, wagenmakers, slagers en drukkers werkzaam. Geen van deze ambach ten werd op grote schaal uitgeoefend, zodat er altijd sprake was van een rechtstreeks contact tussen de ambachtslieden en hun klanten of op drachtgevers. Zij werkten meestal op bestelling en hadden geen of slechts enkele knechten in dienst. Sommige ambachtslieden hadden bij hun werkplaats een winkel, waar zij hun producten verkochten. Vóór de agrarische depressie leidde de bloei van het agrarisch bedrijf tot steeds meer opdrachten en dientengevolge tot een grotere welvaart voor zowel ambachtslieden als winkeliers. Tijdens de agrarische depressie werden beide groepen zwaar getroffen door de afname van de koop kracht van de boeren en het teruglopen van de bestellingen. Bovendien begonnen de ambachtslieden toen concurrentie te ondervinden van goed kopere, machinaal vervaardigde producten die door het sterk verbeterde transportwezen gemakkelijk Schagen bereikten. Toen na 1895 de econo mie aantrok nam deze concurrentie nog eens sterk toe, want het groot bedrijf in de nijverheid groeide toen krachtig en dit ging —in heel Neder land— ten koste van middelgrote en kleine lokale ambachtsbedrijven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1994 | | pagina 9