Handel en nijverheid in Schagen tweede helft 19e eeuw begin 20e eeuw Marjorie Pigge Net als in de omliggende dorpen vormde het boerenbedrijf in Schagen in de 19e eeuw de belangrijkste bron van inkomsten. Desalniettemin wijkt de economische ontwikkeling van Scha gen enkele opzichten af van die in de buurgemeenten, aange zien er in Schagen sinds jaar en dag verschillende markten werden gehouden. Deze brachten een flinke drukte met zich mee. Boeren en handelaars uit de wijde omgeving trokken we kelijks naar Schagen om hun zaken af te handelen. Zij maakten van deze gelegenheid gebruik om allerlei aankopen te doen in de goed gesorteerde winkels en natuurlijk sloegen zij een be zoek aan een van de vele tapperijen en koffiehuizen die Scha gen rijk was niet over. Schagen had door dit alles een stedelij- ker karakter. markthandel Schagen telde in de 19e eeuw ongeveer evenveel inwoners als de aan grenzende gemeente Barsingerhorn. Weliswaar woonden de inwoners van Barsingerhorn verspreid over drie dorpen en had Schagen slechts één kern, maar toch is het duidelijk dat het stedelijke karakter van Schagen niet veroorzaakt werd door het aantal inwoners, maar veeleer door de week- en jaarmarkten, de bedrijvigheid die deze met zich mee brachten en de voorzieningen die ervoor nodig waren. De belangrijkste markt was de drukbezochte wekelijkse veemarkt die iedere donderdag werd gehouden op het marktplein rond de kerk. Behal ve vee werden er ook wol, kaas, boter en eieren verhandeld. Een deel van het vee dat op de markt werd verkocht was bestemd voor de export. Zo rond het midden van de 19e eeuw werden er per jaar ongeveer 8 a 9 duizend schapen en 300 koeien voornamelijk naar Engeland, maar later ook naar Duitsland uitgevoerd, terwijl wol meestal naar Frankrijk en België ging. Behalve de wekelijkse veemarkt waren er in het vooijaar grote koeien- en lammerenmarkten en in het najaar grote koeien- en schapenmarkten. Twee keer per jaar werd er een paardenmarkt gehou den. In die tijd verliep de handel op de markten over het algemeen naar ie ders tevredenheid en ook de vooruitzichten waren buitengewoon gunstig. Men verwachtte zelfs dat de markt nog verder zou groeien als gevolg van nieuwe inpolderingen, verbeterde wegen en de toegenomen handel met het Nieuwe Diep (Den Helder). In deze verwachtingen werd men niet te leurgesteld: het gemeentebestuur kon in 1870 tevreden vaststellen dat zowel de wekelijkse markten als de jaarmarkten nog steeds bleven groeien en dat deze markten zich doorgaans kenmerkten door een leven dige handel. De gemeente leverde een belangrijke bijdrage aan het bloeien van de markthandel. Zij stelde alles in het werk om de economie zo veel moge lijk te stimuleren. En hoewel zij daar vaak daar uitstekend in slaagde, bleef het gewenste succes soms ook uit. In 1872 werd bijvoorbeeld een nieuwe vrijdagse markt voor vet vee ingesteld, maar de gemeente con stateerde reeds hetzelfde jaar dat deze markt tot niets had geleid en ei-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 1994 | | pagina 5