10
De enige openbare middelen van vervoer waren in die tijd twee markt
schuiten op Alkmaar en één op Amsterdam, die een geregelde dienst
met vaste aankomst- en vertrektijden onderhielden. De behoefte aan ge
regelde bootdiensten nam steeds meer toe. Vanaf 1886 voeren er weke
lijks twee zeilschuiten naar Amsterdam. De frequentie van de diensten
op Alkmaar werd in de loop der jaren al opgevoerd tot twee keer per
week en tegen het einde van de eeuw zelfs tot drie keer per week, maar
rond de eeuwwisseling was het vervoersaanbod zo groot geworden dat er
behoefte ontstond aan snellere boten en nog meer bootdiensten. De
schuiten op Alkmaar en een van de schuiten op Amsterdam werden
daarom vervangen door veel snellere motorboten. Enkele jaren later
werd ook de laatste zeilschuit op Amsterdam vervangen door een motor
boot. Er werd toen twee maal per week naar Amsterdam gevaren. Ver
der kwam er een nieuwe wekelijkse motorbootdienst op Rotterdam bij
en een dagelijkse bootdienst tussen Kolhorn en Schagen. In 1900 werd
hiervoor een concessie verleend aan de Naamlooze Vennootschap Motor
bootdienst Kolhorn-Schagen. De gemeente besloot bovendien de boot-
dienst te subsidiëren en nam daarbij nog eens voor ƒ250 deel in het
aandelenkapitaal van de onderneming. De motorbootdienst Kolhorn-
Schagen was echter niet rendabel en werd in 1906 alweer opgeheven.
Voor het vervoer van personen en goederen werd niet alleen gebruik ge
maakt van deze bootdiensten. In 1873 werd een wagendienst opgericht
die reizigers en goederen van Kolhorn via Barsingerhorn naar het sta
tion Schagen vervoerde. Hoewel deze dienst reeds spoedig in een grote
behoefte bleek te voorzien, vielen de financiële resultaten van de onder
neming tegen. De dienst bleek ondanks het vele gebruik dat ervan werd
gemaakt toch niet levensvatbaar te zijn en werd daarom per 1 augustus
1880 gestaakt. Later kwam er weer een wagendienst die reed tussen
Barsingerhorn en Schagen. Deze ging in 1899 ten onder aan de concur
rentie van de stoomtram die tussen Schagen en Wognum reed.
De vervoersmiddelen werden in de loop der jaren verder uitgebreid met
wekelijkse wagendiensten naar Medemblik en Wieringerwaard, in ver
band met de weekmarkten te Alkmaar en Schagen. In 1902 waren er
bovendien dagelijkse wagendiensten uit de gemeenten Zijpe, Callant-
soog, Anna Paulowna, de Langendijken, Wieringerwaard en Aartswoud
en in 1911 waren de dagelijkse wagendiensten uitgebreid tot de ge
meenten Hoogwoud, Nieuwe Niedorp en Petten.
De spoorweg Den Helder-Amsterdam die in 1864 werd aangelegd bleek in
een dringende behoefte te voorzien en dit was eveneens het geval met de
in 1898 door de Maatschappij Westfriesland aangelegde Stroomtram-
dienst Schagen-Wognum, waardoor de vervoersmogelijkheden tussen
Schagen en het oostelijk deel der provincie aanzienlijk werden verbeterd.
In dat jaar werd ook een concessie verleend aan de Noorderstoomtram
Vereeniging voor de exploitatie van een stoomtramdienst tussen Scha
gen en Alkmaar langs de gemeenten Koedijk en Zijpe. De gemeente ver
leende in 1901 subsidie voor aan het maken van een ontwerp voor een
stoomtramdienst Wieringen-Anna Paulowna-Schagen en in 1910 besloot
de gemeente een geldlening van ƒ20000 aan te gaan om renteloze voor
schotten te kunnen verstrekken aan de NV voor de stoomtramwegen
Alkmaar-Schagen en Schagen-Wieringen. Toen het vervoer per auto en
vrachtwagen steeds belangrijker werd, waren de stoomtramdiensten
niet meer rendabel. Een voor een stierven zij een roemloze dood.
Schagen behield echter een belangrijke funktie als regionaal verzorgings
centrum.
bronnen
Gemeente-archief Schagen, Gemeenteverslagen 1849 t/m 1899
Gemeente-archief Barsingerhorn, Gemeenteverslagen 1849 t/m 1899
Rijksarchief Noord-Holland, Grondbelasting, inv. nr. 83: Tabel van classificatie van grond
eigendommen van de gemeente Schagen