11
In 1852 deden de eerste
openbare straat lantaarns hun
intrede in Schagen.
Deze lantaarn stond op de
Harkt.
oo t
derbestuur beheerd. In het laatste kwart van de 19de eeuw nam de ge
meente wegen van het polderbestuur over en legde zij nieuwe straten
aan, vanaf de reeds bestaande bebouwing naar het station toe. De be
bouwde kom werd daardoor steeds groter. Zo ontstond eerst de Stations
weg en later kwamen daar onder meer de Laan en de Landbouwstraat
bij. In de 20e eeuw breidde Schagen nog verder uit.
De gemeente begon in 1849 en 1850 met het bestraten en beschoeien
van de gehele Hoogzij en het grootste gedeelte van de Laagzij en het
Noord. In 1851 werd het nog overgebleven gedeelte van het Noord, een
groot gedeelte van het Rensgars, een paar vakken van de I^oet, een ge
deelte van het marktplein en de oprit naar de begraafplaats bestraat,
terwijl een gedeelte van het Rensgars en de Loet opnieuw beschoeid wer
den. Het daaropvolgende jaar werd het overgebleven gedeelte van Rens
gars, de Heerestraat, een gedeelte van het marktplein, een gedeelte van
de Laan en hier en daar een vak op de Loet bestraat, terwijl bijna de ge
hele Loet opnieuw beschoeid werd. In 1853 werd de Laan en het eind
van de Loet tot aan de meelmolen, alsmede de gehele Laagzij bestraat,
terwijl enige vakken van de Hoogzij en het Rensgars een nieuwe be
schoeiing kregen.
In 1852 deden de eerste openbare straatlantaarns hun intrede in Scha
gen. De gemeente werd vanaf 1 oktober dat jaar verlicht door acht 'goed
lichtgevende naar vier en drie zijden réverbèriserende lantarens op palenen
aan ijzeren armen aan de huizen, waarvan ééne, tot opsiering van het
marktplein, vóór het Raadhuis op eene fraai bewerkte ijzeren candelabre
geplaatst is.De straatlantaarns brandden alle avonden tussen 1 okto
ber en 1 april van zonsondergang tot elf uur 's avonds, met dien verstan
de, dat ze niet werden aangestoken als de maan scheen. Het gemeente
bestuur was erg tevreden over deze nieuwigheid en vond dat de kom dei-
gemeente door de acht straatlantaarns overal behoorlijk verlicht was,
behalve op een paar punten, waar men er nog twee a drie wilde plaat
sen. In de loop van 1866 ging men over van olie- op gaslantaarns. De
achttien gaslantaarns die toen werden geplaatst, brandden net als voor
heen niet als er voldoende maanlicht was en bovendien niet meer dan
achttien avonden per maand. De straatverlichting kostte de gemeente
drte cent per lantaarn per uur.
De burgemeester stelde al in 1854 voor om de ondiepe gracht tussen de
Hoogzij en de Laagzij te dempen. Hierdoor zou het marktplein aanzien
lijk worden vergroot en een extra voordeel was nog dat de gemeente dan
voortaan minder geld aan beschoeiingen zou hoeven uit te geven. De ge
meenteraad voelde vooralsnog echter niets voor dit plan en vond het he
lemaal niet nodig om het marktplein te vergroten. Dat was groot genoeg.
Pas twintig jaar later, op 27 december 1875, werd besloten om de
gracht te dempen. Het was in de tussenliggende jaren dan ook een stuk
drukker geworden in Schagen. Er woonden inmiddels ruim drieduizend
mensen in de gemeente, die waren gehuisvest in zevenhonderd wonin
gen. Zeventig percent van de bevolking woonde nu binnen de bebouwde
kom en had daar zijn of haar dagelijkse bezigheden, zoals werken, inko
pen doen of naar school gaan. Ook de handel op de markten was toege
nomen. Zowel de wekelijkse markten als de jaarmarkten bleven nog
steeds groeien. Deze markten brachten veel drukte in Schagen en hier-