"Ende gedaen tijckenen van
amoureusheid"
5
Waarom Ds Curtius overgeplaatst werd van Haringhuizen naar Heiloo.
R.J.M. v.d. Pol
Kwaadaardige roddel
De boekbi nderhout snede van
HNuman naar Jan Luyken.
Hessel Jansz. VaIkenbo(u)rch
was de uitgever van de 2e druk
van Chronycke van Leeuwen-
horn
geschreven door Dirck Azn
Valcooch schooImeester in
Bars ingerhorn. Het boek is
elders gedrukt.
Voor Jannetgen Claesdr. uit Schagen is de maat vol. De
stroom van geruchten over de verhouding die zij zou heb
ben met de Haringhuizer predikant Johannes Albertsz.
Curtius wordt aanhoudend groter.
Met hulp van haar echtgenoot Hessel Jansz. Valckenburch
boekbinder, notaris en procureur te Schagen, dient zij
bij het Hof van Holland een aanklacht in tegen de kwaad
sprekers
Zij betoogt dat: "Hoewel zij is een vrouwe met eeren,
staende ter goeder naem en de fameende dat derhalven
niemand geoorloft is haer in haer goede name ende fame
te crencen, heeft nochtans Brecht Cornelis huijsvrou van
Pieter Cornelis wonende tot Barsingerhorn ende Abraham
Fransz. van Zurich schoolmeester tot Harinckhuijsen ende
Maritgen Dirckx huijsvrou van Abraham Jansz. oock
woonende tot Schagen, mitsgaders Pieter Jansz. Suijder,
ende Cornelis Jans Duijn ouderlingen tot Harinckhuijsen
ende Dirck Gijsberts Corf fmaecker ende Claes Pieters
diacenen tot Harinckhuijsen onderstaen sulcx te doen".
Nog onlangs had Brecht Cornelis het volgende verhaal
rondverteld. Zij was ongeveer vijf en een half jaar
geleden samen met nog enkele andere vrouwen op bezoek
bij haar zuster Maritje Cornelis, de vrouw van Johannes
Curtius predikant te Haringhuizen, die in het "craem-
ofte kinderbedde was gelegen"Zij waren daar uitgeno
digd op het kindermael"
Na de maaltijd ging zij op zoek naar Jannetgen Claesdr.
om haar te vragen hen in de tuin gezelschap te komen
houden. Zij zou Jannetgen aangetroffen hebben zittend op
de schoot van Johannes, en gezien hebben dat deze haar
"oneerbaar ende schandelijc van onder haer clederen
soude hebben ge grepen"
Door Abraham de schoolmeester werd verteld, dat hij
eveneens op die bewuste dag bij het "kindermael" aan
wezig was en ook gezien had dat Jannetgen bij Johannes
op schoot zat. Hij had een arm om haar middel en een
hand onder haar kleren. Jannetgen had hem omhelsd "ende
gedaen, tijckenen van amoureusheid"