8
Nogh een huijs je en erve aldaer 't vorige ten Zuijden,
't volgende ten noorden, bewoond door Ariaen Luijtjes
met de last van 10 stuivers jaerlijcse erfpaght ten
behoeve als voren.
bij Pieter Adriaans Muller f 2:10:0
In de kantlijn staat:
De cooper sal t in de keur hebben of hij de muer welcke
dit huijsje van de steegh scheijt sal willen optrecken
en 't dack daarbij opkorten, of de helft nemen aen de
looden goot tussen dit en 't volgende huijsje, blijvende
in allen gevallen de looden goot bezuiden aen dit huijs-
je voor reecken(ing) van 't huijsje, sullen voorts de
steegh tusschen dit en 't volgende huijsje gemeen zijn.
Nogh een huijs en erve ald. 't vorige ten zuijden, de
erve van Pieter Boertjes ten noorden bewoond door Anna
Blockers weduwe, belast met een jaerlijcse erfpaght van
10 stuivers ten behoeve als voren.
Conde niet gelden.
De kerk stond dus, gezien de prijs die er voor betaald
werd, op een flink stuk grond achter een groot woonhuis.
Zuidelijk van de kerk stond het huis van Reijer Half-
swaag (of zijn kind) gevolgd door een klein pand dat
gekocht werd door Leendert Roggeveen.
Het volgende huis was een stuk groter of had een flink
erf. Ten zuiden hiervan stonden twee kleine woningen
gescheiden door een steeg.
Een eeuw later waren de panden met de kadastrale nummers
- sectie G - 159, 160 en 161 aangegeven op de bijgaande
kaart, in het bezit van de familie Roggeveen.
Vermoedelijk is nr. 159 het noordelijkste pand van de
rij huisjes dat in 1731 door Leendert Roggeveen gekocht
werd
Vermoedelijk stond de kerk
achter het huis met het
puntdak tegenover het vitte
bruggetje.
Om met zekerheid de plaats aan te geven waar de Francis
caner kerk heeft gestaan zal er nog het nodige onderzoek
naar de bewoningsgeschiedenis van het Lage Noord moeten
worden gedaan. Mogelijk kan archeologisch onderzoek bij
de aanleg van het verlengde Rapenpad uitsluitsel geven.